Vandaag is ooit!

 

Flaptekst

Nola en Bente zijn in diepe rouw over het verlies van Nanna. Hun lievelingsoma en eigenlijk hun alles. Nanna had de zorg van de tweeling op zich genomen vanaf hun vijfde levensjaar. ‘Jullie zijn een dolle tweeling’ had ze vaak liefkozend gezegd. En dol waren ze inderdaad; op elkaar. Hoewel qua uiterlijk identiek verschilden ze dag en nacht van elkaar.  

 Op hun 30ste verjaardag zitten ze niet zoals afgesproken bij elkaar in bed om te proosten wat er in het jaar na oma’s dood allemaal mislukt was: relaties, banen en dromen, maar bij de notaris. Ze wisten dat Nanna behoorlijk wat zou nalaten en dat er in die nalatenschap vast en zeker ook een diepere boodschap zou zitten. Hoewel Nanna altijd alles voor de zussen over had gehad en niet te flauw of streng was geweest, had Nanna altijd gehamerd op de enorme koppigheid van Nola en op de vluchtigheid van Bente (vooral in het aangaan van relaties).  

 Oma en de notaris zorgen voor de verrassing van hun leven. Wat moest Bente nu in hemelsnaam met een goedlopend restaurant? Haar baan opzeggen en opeens kok / manager worden? Bovendien was het geen gewoon restaurant…. 

En Nola staart naar de foto van een enorm stuk grond met daarop een dito grote woning. Dat huis moest ze gaan bewonen in samenspraak met de drie andere bewoners daar. Wat moest zij in een leefgemeenschap? Bovendien zou ze de leiding krijgen over de aanliggende Bed & Breakfast en twee ezels!  

 

Hoofdstuk 1  Nanna’s laatste wens (februari) 

 ‘U heeft absoluut bijzondere wensen voor uw kleindochters.’ De man tegenover haar knikt dromerig voor zich uit. ‘Bedankt dat u dit aan mij overlaat.’ Hij leunt gevaarlijk achterover in zijn stoel nu. 

Nanna knikt. Haar handen gevouwen in haar schoot, misschien kan ze hiermee het trillen van haar linkerhand verbloemen. Ze mag de notaris die tegenover haar zit enorm. Zijn buik nog boller en ronder dan de laatste keer dat ze hier was. Het strikje onder zijn kin nog even kleurrijk. Hoe zou deze man zijn in zijn vrije tijd? Zat het notaris zijn in zijn hele wezen verstopt? 

Ze buigt zich naar hem toe. ‘Toe, vertelt u mij eens wat voor bijzondere wensen u nog meer krijgt. Deze kamer maakt vast de gekste dingen mee.’ Ze wrijft met haar rechterhand kort over het verweerde eikenhouten tafelblad. De notaris leunt nog verder achterover in zijn stoel nadat hij een snelle blik op zijn horloge had geworpen. Het kan er wel vanaf zo leek hij te denken. ‘Leuk dat u mij dit vraagt. Het is niet altijd rozengeur en maneschijn in deze kamer. Vorige week nog moest ik een zoon teleurstellen doordat de erfenis van zijn moeder niet naar hem ging maar naar een egelopvang.’ 

Nanna slaat van schrik een hand voor haar mond. ‘Dat meent u!?’ 

‘Jazeker, dat meen ik. Moeders had zelfs nog een brief achtergelaten om zoonlief haarfijn uit te leggen waarom ze meer aan egels had gehad dan aan hem. Een nare boodschap om na de dood achter te laten. De achterblijvende partij heeft dan nooit meer een weerwoord.’ 

‘Triest. En wat nog meer?’ Nanna leek er bijzonder veel plezier aan te beleven om de notaris uit te horen over zijn cliënten. ‘Alles blijft natuurlijk tussen deze muren.’ Ze geeft hem een knipoog of iets wat daarvoor door zou moeten gaan. Zijn lach buldert door de ruimte en zijn knipoog terug had iets van een samenzwering. ‘Natuurlijk, ik ken u langer dan vandaag. Op een voorwaarde…’ 

‘En dat is?’ 

‘U vertelt mij meer over uw eigen wens.’ Er valt een korte stilte en dan knikt ze. 

‘Voor wat hoort wat. Al moet ik hieraan toevoegen dat u een behoorlijk honorarium ontvangt voor mijn toevoegingen aan het testament. Maar prima. U eerst.’ 

De wangen van de notaris verschieten kort van kleur. ‘Wilt u nog een kopje thee?’ 

‘Iets sterkers, mag dat ook? Ik zou het wel passend vinden wanneer u uit uw eikenhouten bureau een fles cognac haalt nu.’ 

‘Zou ik dan het beeld wat u blijkbaar heeft over een notaris helemaal bevestigen?’ 

Een glimlach speelt om haar lippen. ‘Inderdaad. En? Klopt het?’ 

De notaris schudt zijn hoofd. ‘Ik heb mijn vrouw beloofd te stoppen. En de arts. Twee tegen een, daar leg ik het tegen af. Was u een jaar ieder hier geweest dan had ik u nu de beste cognac ingeschonken.’ 

Nanna bukt zich en opent haar tas. Haar handen trillen maar ze probeert het gevoel van schaamte te negeren. De handen van de notaris waren vast ook trillerig geweest na het weggooien van zijn drankvoorraad. 

‘Deze is voor speciale gelegenheden.’ Ze zet een klein flesje op tafel.  ‘Hoe lang heeft u nog?’ Ze slaat weer een hand voor haar mond. ‘Ik bedoel hoe lang heeft u vandaag de tijd?’ De notaris buldert het nu opnieuw uit van het lachen. Hij drukt op zijn intercom en spreekt de secretaresse toe. ‘Maaike, ik wens je een fijn weekend. Het duurt wat langer om hier af te ronden. Ik doe het licht wel uit.’ 

 De notaris staat op uit zijn stoel en loopt naar een van de grote boekenkasten in de kamer. Hij opent het linkerdeurtje en pakt er een klein glaasje uit. ‘Voor u. Ik neem nog een glas thee. We zullen de kat maar niet op het spek binden.’ 

‘Ja, sorry, waar blijf ik met mijn manieren. Misschien komt het omdat ik in tegenstelling tot u niet meer zo lang heb. Dronken worden samen met de notaris stond nog op mijn af te werken lijstje.’ Ze geeft hem nog een knipoog en slaat het glaasje in een keer achterover. ‘Dit blijft ook tussen ons, toch? Mijn kleindochters zouden me vastbinden als ze dit wisten.’ 

De notaris knikt. ‘Natuurlijk.’ 

 ‘Na u.’ Ze kijkt hem vol verwachting aan. Ze is dol op verhalen. De notaris kijkt naar de kwetsbare dame tegenover hem. Ze zit rechtop en haar mantelpakje toont dat ze goed verzorgd in het leven staat. Kranig ook. Maar vooral een vrouw met levenservaring en vreugde, want hoe teer ze ook overkomt, de poppetjes dansen nog steeds in haar ogen. Zeker op het moment waarop ze hem had uitgedaagd. Hoe zou ze als jonge vrouw geweest zijn? Ze had het leven vast met twee handen beet gepakt. Het type om in de regen te dansen terwijl anderen binnen bleven. Hij mocht haar. Hij mocht haar meer dan iedereen die hier de laatste maanden binnen was geweest. De meeste oppervlakkig en zakelijk, sommigen ronduit crimineel en achterbaks. Hij hield van de jonge stelletjes die hier de sleutels van hun eerste woning samen ontvingen, nog vol van de liefde en de hoop. Een aantal van hem zag hij meestal na een jaar of zeven weer terug. Ontmaskerd en een illusie armer. En ja, er waren ook liefdevolle ouders die hun wensen en vooral hun liefde in geld achterlieten voor hun kroost. Wat zou hij haar kunnen vertellen waardoor ze met een goed gevoel naar huis zou gaan. Het moest zeker zwaar voor haar zijn om hier te zitten, hoe sterk zij zich ook hield. Het begin van afscheid nemen was begonnen…haar laatste reis begon hier.  

 Ze had er in zijn ogen werkelijk alles voor over om haar kleindochters bepakt met veel wijsheden de wereld in te laten trekken. Hij was er nog niet over uit of het regisseren over de dood heen een goed idee was, ook al zat er zoveel liefde achter. Hij had zijn eigen twijfels weggedrukt, zoals hij zo vaak zijn emoties naar achteren had gedrukt in emotionele zaken binnen het notariaat. Ze zat hem nog steeds aan te kijken en hij begon te vertellen. ‘Er kwam hier elke maand een man binnen die steeds opnieuw een nieuwe erfgename aanmeldde. Weer een nieuwe vrouw in zijn leven. Zijn laatste verovering is zijn dood geworden. Hij had al zijn geld op haar naam gezet en een week later is hij dood aangetroffen…’  

 ‘Oh, echt! Was zij een langbenig fotomodel?’ 

‘Ze kwam dicht in de buurt. Ze is overigens met de noorderzon vertrokken en heeft geen traan gelaten om zijn heengaan. Tsja, we zullen de waarheid nooit achterhalen.’ 

Hij had haar getrakteerd op nog een paar verhalen uit zijn praktijk en op een rare manier had het hem ook goed gedaan, de manier waarop ze zijn woorden dronk. Opeens was hij meer dan een “suffe notaris”.  Een plagerijtje van zijn broers, misschien wel uit jaloezie. Het begon donker te worden in de kamer. Iets wat moeizaam komt hij uit zijn stoel en knipt een schemerlampje aan.  

‘Mijn hemeltje, we zijn de tijd vergeten, nietwaar?’ Ze had op haar horloge gekeken en voor een moment was ze van slag. 

‘Nee, we hebben de tijd juist goed gebruikt. Nu uw verhaal nog, zoals afgesproken.’ 

‘Moet u niet ergens zijn? Wacht uw vrouw niet op u? Het is vrijdagavond immers.’ 

‘Ze is het helaas van me gewend. Ik maak het straks goed met haar.’ In gedachten loopt hij haar inloopkast door. Hoeveel jurken had hij haar al gekocht om het goed te maken?’ 

‘Wat zit erachter dat u uw afspraken niet na komt met betrekking tot het thuisfront? Hier doet u dit wel.’ 

Ongemakkelijk schuift hij op en neer in zijn stoel. ‘Daar probeer ik achter te komen. Dragen we niet allemaal een last van ons verleden met ons mee?’ 

‘Misschien wel. In mijn geval draag ik nu de last van mijn toekomst mee. Hoe laat ik mijn kleindochters achter? Ze zijn nog jong en ik kan ze nog niet missen.’ Een stille traan loopt over haar wang en ze dept deze met een kanten zakdoekje. 

 ‘Vertelt u over ze.’ Hij drukt het telefoontje dat er binnenkomt weg. De oudere vrouw tegenover hem lijkt het niet op te te merken.

‘Bente en Nola. Ze wonen al bij me sinds hun vijfde verjaardag. Nola heeft een moedervlekje op de knokkel van haar rechterpols en dat is ook het enige waarin die twee van elkaar verschillen. Qua uiterlijk dan. Voor de rest verschillen ze dag en nacht van elkaar, wat hoogst ongewoon is voor een tweeling. 

Ze lijkt even naar woorden te zoeken en herpakt zich dan. ‘Mijn dochter is omgekomen bij een auto-ongeluk. De vader van de tweeling was al voor de geboorte uit beeld.’

Opnieuw drukt de notaris de inkomende oproep weg. Zijn ogen gaan naar het kleine flesje drank op tafel. Hij knikt meelevend.

‘Ik heb na de dood van mijn dochter, hun moeder, nog geprobeerd contact te zoeken met de vader, maar tevergeefs. Heeft leeft het leven van de eeuwige vrijgezel. Ik had gedacht dat liefde alles zou overwinnen, dat kleine kinderhandjes ieders hart zou verwarmen….’ 

‘Weten u kleindochters van dit verhaal?’ 

‘Ja, tot op zekere hoogte. Ondertussen weten ze niet beter en hebben ze ook nooit meer naar hun vader gevraagd. Koppigheid vanuit Nola en Bente gaat hierin mee, denk ik.’ 

‘Onbegrijpelijk. Mijn vrouw en ik hadden er alles voor over gehad om kinderen te krijgen…alles.’ 

‘Het leven is soms een slecht toneelstuk. Ik weet er alles van.’ 

‘Voor wat het waard is, ik vind het echt bijzonder wat u voor uw kleindochters heeft bedacht. Maar hoe heeft u de keuze kunnen maken tussen beiden? Gaan ze daar geen ruzie over krijgen?’ 

‘Misschien wel. Maar ook dat zal dan een doel hebben. Aan de andere kant is de waarde van wat ik ze nalaat precies gelijk, althans bij aanvang. De rest hebben ze zelf in de hand.’ 

 De notaris knikt nadenkend. ‘Vind u het niet moeilijk om niet te weten hoe het uiteindelijk uit gaat pakken?’ 

Nanna knikt. ‘Jazeker, maar ik heb vertrouwen in de meiden. Soms moet je juist loslaten om zeker te zijn van een goede uitkomst. En aan de andere kant, ik heb u toch?’ Ze tikt met haar wijsvinger op de tafel. 

‘Hoe bedoelt u dat?’ Met zijn handen gevouwen onder zijn kin kijkt hij haar nieuwsgierig aan. 

‘Om een oogje in het zeil te houden. Ik vertel u dit alles natuurlijk niet voor niks. Ik heb u nu net een soort van medeplichtig gemaakt.’ Ze glimlach fijntjes. ‘U bent een goed mens. En misschien kunt u zo meteen snel naar huis gaan en uw vrouw vertellen over deze ontmoeting. Dan snapt ze waarom u te laat bent. Misschien is uw verhaal meer waard dan een duur afkoop cadeau? En wanneer u haar weet te raken met mijn verhaal, dan zou ik graag nog een clausule toevoegen aan mijn testament. Zeker nu ik weet dat u graag beiden kinderen had gekregen. Weet u, mijn grootste wens is dat mijn kleinkinderen wanneer de tijd rijp is zelf ook kinderen krijgen, wanneer ze dit willen natuurlijk. Ik heb de kans niet gekregen om oma te zijn, ik nam de opvoeding op me. Ik ga het niet meer meemaken om overgrootmoeder te worden en daarom wil ik mijn rol aan een ander doorgeven. Iemand die dit goed kan gebruiken. Iemand die van die eventuele kleintjes zal houden, zoals ik nu van mijn meiden hou. Iemand waarbij mijn verhaal veilig is. En dat bent u. Denk er over na.’ 

De notaris staart voor zich uit, niet meer in staat zich te bewegen. ‘U maakt mij opa van kinderen die nog niet geboren zijn…zonder dat u kleindochters mij kennen. Zonder dat u mij en mijn vrouw echt kent.’ 

‘Die foto daar op uw bureau? Dat bent u toch samen met uw vrouw?’ 

‘Ja, toen we nog jong waren en verliefd.’ Hij zucht diep. ‘En kilo’s minder.’ 

‘Ik mag haar. Ze heeft iets moois over zich. Is dat er nog? Haar karakter bedoel ik, die zachtheid en warmte.’ 

De notaris hapt naar adem en wrijft door zijn haren. ‘Ja, dat is er zeker nog.’ 

‘Dan stel ik voor dat u nu naar huis gaat. Mijn nummer heeft u. Wanneer het verhaal haar ontroert mag u mij bellen en dan kom ik naar u toe om nog een laatste alinea aan mijn laatste wil toe te voegen.’ Langzaam komt ze overeind en met een klein knikje neemt ze afscheid van de grote bolle notaris. Zijn strikje doet hij langzaam af, het lijkt alsof hij lucht nodig heeft om te kunnen bevatten wat er tijdens deze afspraak heeft plaatsgevonden. 

Hoofdstuk 2 De begrafenis (mei) 

 ‘Waarom schijnt nu de zon? Ik vind het ongepast.’ Nola pakt de hand van Bente vast en knijpt erin. ‘Ik doe de gordijnen dicht.’ Ze sluit resoluut de kleurrijke overgordijnen van de woonkamer. Hoe lang hingen deze gordijnen er eigenlijk al? Als kind had ze er sprookjesfiguren uit zien lopen, vooral wanneer ze ‘s avonds nog niet naar bed wilde. Oma nam haar dan op schoot en samen keken ze naar de fantasiefiguurtjes die uit de gordijnen gekropen kwamen. Zou Bente ook sprookjesfiguren in die gordijnen hebben gezien?  

‘Omdat oma ons wil laten zien dat de wereld nog steeds ronddraait. Je weet toch hoe ze is. Ze heeft gewoon nog steeds de touwtjes in handen. Lieve Nanna.’ 

‘Hoe gaan we deze dag doorkomen? En de volgende? En dit hele jaar?’ Nola zucht diep, haar ogen zijn roodomrand.  

‘Zoals we de dagen sinds haar dood ook doorgekomen zijn. Stap voor stap.  En iets teveel wijn en wellicht ook iets teveel mannen.’ Bente probeert het gesprek luchtig te houden. Al had oma er op gehamerd dat het echt afscheid nemen niet bestond. Het was een belachelijk discussie geweest, drie dagen voor haar dood. Teveel wijsheden om het praktisch te maken. Ja, in theorie zou de tweeling alle fasen van rouw gaan doorlopen, de een wat sneller dan de ander. Wat had Nanna tegen Nola gezegd? ‘Steek je kop niet in het zand, ik ga dood en ook sneller dan jij denkt. Laten we het moment gewoon nu pakken in plaats van uitstellen…’ 

‘Waar zit jij met je gedachten?’ Nola stoot Bente aan. 

‘Die ene avond bij Nanna, toen ze vroeg naar onze dromen en plannen. Gek eigenlijk, ze heeft zich nooit eerder echt met onze toekomst bemoeit, maar die avond leek het alsof ze alles wilde weten.’ 

‘Ja, bij jou knikte ze goedkeurend, bij mij zag ik dat niet zo.’ Ze trekt haar neus een beetje omhoog. 

Nola lacht haar opmerking weg. ‘Ja, maar ja, jouw bucketlist is een aaneenschakeling van puberdromen. Jij wilt serieus zoenen met Bruce Springsteen? Die man kon je opa wezen he.’ 

‘Mijn leven, mijn dromen! En vooral mijn vinkjes op mijn bucketlist.’ Bente geeft haar zus een snelle knipoog. 

‘Volgens mij trekt Nanna nu weer haar ene afkeurende wenkbrauw op.’ Zachtjes wrijft Nola over het voorhoofd van haar oma.  ‘Hou op, je weet dat ik dit eng vindt.’ Bente leunt tegen de stoel, iets verder weg bij de kist vandaan. 

‘Dit is niet eng, dit is gewoon Nanna. Net alsof ze slaapt toch?’ Haar hand streelt zachtjes oma’s wang.  

‘Misschien. Toch zou ik er alles voor over hebben om haar dadelijk uit die kist te zien stappen en dan vrolijk te roepen dat dit maar de generale repetitie was zodat wij eraan kunnen wennen. En zij ook. Doodgaan is niks voor Nanna.’ Weer ontsnapt er een diepe zucht bij Bente. 

‘Ze was er meer dan klaar voor. Als jij niet zo had zitten huilen, was ze misschien wel een dag eerder gegaan. Sterven was echt moeilijk voor haar, ze wilde bij ons blijven. Maar haar lichaam was echt op. Maar zoals oma is gegaan, zo wil ik het ook. Mijn kinderen om me heen en mijn lievelingsliedje op. Waardig.’ 

‘Vind je het erg wanneer ik mijn plannen nog niet met je bespreek? Ik hoop toch echt dat het nog heel lang gaat duren. Bovendien waar ben ik in jouw sterfverhaal? Zit ik niet naast je? Als favoriete tante van je kinderen?’ Bente laat een snuivend geluidje horen. 

‘Oh, ja. Jij. Maar ik denk dat jij eerder gaat. Dus het is toch wel belangrijk dat jij mij jouw wensen kenbaar maakt. Over een jaar of vijftig pas hoor.’ Nola kijkt haar zus glimlachend aan.  

‘Hoe lang hebben we nog met Nanna?’ Bente wrijft zenuwachtig in haar handen. ‘Ik wil haar zo graag nog een kus geven maar ik vind het echt doodeng.’ 

Nola kijkt naar de grote statige klok in de kamer. ‘Niet zo lang meer. Straks is oma van iedereen en staan wij handen te schudden. Wil je dat ik bij je blijf voor jouw afscheid met haar? Geven we haar tegelijkertijd een zoen. Daar genoot ze toch altijd van.’ Nola’s lip begint verdacht te trillen en Bente vouwt haar armen om haar heen. ‘Ik voel precies hetzelfde als jij. Het doet pijn op een stekende manier. Wanneer ik mijn tranen laat gaan, denk ik dat ik nooit meer kan stoppen.’ 

Gearmd staan ze voor hun oma. ‘Ze is zo mooi. De jurk staat haar goed. Zelfs nu ze dood is. Daar denk ik dan wel eens over na; wat zou mij goed staan als ik daar lig. Jij doet mijn nagels dan he?’ Bente drukt een kus op de wang van haar zus. 

‘Het is tijd, Bente. We moeten de kist echt gaan sluiten. Oma wilde dat alleen wij twee haar zo zouden zien. Wil je haar nog een laatste kus geven?’  

Bente knikt en ondertussen stromen de tranen nu over ieders wangen. Bevend houden ze elkaar vast. ‘Ik kan dit niet. We kunnen Nanna toch niet…’ 

‘We doen dit samen, precies zoals Nanna ons gevraagd heeft. Dit is het moment om dapper te zijn.’ Nola pakt de hand van Bente vast.  

‘Dag Nanna, dag lieve oma. Je was meer dan een oma. Je was alles voor me en op een dag hoop ik net zo sterk te zijn als jij.’ Haar stem is onzeker maar wint bij de laatste woorden aan kracht. Bente schraapt haar keel en zoekt naar woorden. ‘Dat wat Nola zei…’ Nola port zachtjes in haar zij. ‘Kom, Bente. Je krijgt geen herkansing.’ 

Dan buigt Bente zich voorover en drukt een kus op de wang van Nanna. ‘Ik ga je zo ongelofelijk missen. Alles aan je. Zelfs die fronsende wenkbrauw met daarin verscholen al die stilzwijgende levenslessen. Je bent de moeder die ik nooit heb gehad, althans, niet bewust. Je hebt me nooit vertelt, Nanna, of jij mijn moeder in mijn herkende…als dat zo is, dan hoop ik dat je me op tijd waarschuwt. ik wil niet dat mijn kinderen opgroeien zonder vader. Dat hebben we toch afgesproken, oma? Dat je af en toe van je laat horen? Ik kan niet zonder je…’ De woorden komen er hortend en stotend uit. Het verdriet is nu groter dan de liefde,  

Nola kijkt haar nu met grote ogen aan. ‘Zo, jij gooit er even iets uit. Ik ben er stil van. Waarom haal je mama er nu bij?’ 

‘Omdat het me vreselijk lijkt voor oma dat ze zonder haar dochter gestorven is.’ 

 

Voor een moment is het stil in de kamer. ‘Oma zou hier een antwoord op hebben gegeven waarmee we vrede zouden hebben, niet?’ Nola heeft zich weten te herpakken. ‘Mama kon er niks aan doen dat ze tegen een boom aan reed…’

‘Ja, oma had op alles een antwoord. Ze wist hoe het leven werkt.’ Bente streelt nu ook teder langs de wang van haar oma. ‘We zullen je nooit vergeten. Bedankt voor alles wat je voor ons gedaan hebt. We nemen je voor altijd mee, waar we ook gaan.’ 

Nola schopt met de punt van haar schoen tegen de tafel. ‘Verdomme!’ Huilend kijkt ze haar zus aan en wacht op haar knikje. Samen pakken ze de deksel van de kist vast en heel langzaam duwen ze hem naar beneden. Wanneer de deksel de grafkist heeft bedekt voelt de woonkamer van Nanna leger dan ooit.  

 De deurbel verbreekt de stilte en de intimiteit die net voelbaar was. ‘We gaan oma naar haar rustplaats brengen.’ Nola laat de hand van Bente los en loopt naar de voordeur. Een paar seconden later staat ze weer in de woonkamer. In haar handen een enorme bos bloemen. ‘Deze heeft oma voor ons laten bezorgen. Er zit een brief bij.’ Nola kijkt haar zus wanhopig aan. ‘Ik kan dit nu niet. Jij?’ Ze strijkt met haar hand over de enveloppe. 

‘We lezen hem vanavond samen, na de uitvaart. Hier samen op de bank. Je weet dat oma ons lievelingsprakje in de diepvries heeft gestopt zodat ze er zeker van kon zijn dat we vanavond zouden eten…’ 

‘Ja, typisch Nanna. Ik vraag me af wat ze nog meer voor ons in petto heeft.’ 

Hoofdstuk 3 De brief. 

 Met een bevende hand draait Bente de deur van het slot en ze laat Nola voor haar naar binnen stappen. ‘Een leeg huis, ook al staat alles er nog zoals toen we vanmorgen weggingen.’ 

Nola knikt en hangt haar jas aan de kapstok. Ze pakt de mouw van oma’s chique winterjas vast en ruikt eraan. ‘Haar geur…’ 

 ‘Die jas zou jou mooi staan.’ Bente hangt haar jas ernaast. ‘En ik wil graag haar hoedje.’ Ze streelt met haar hand over het gekkige hoedje van oma waarover ze samen zoveel lol hadden gehad. ‘Met dit hoedje op, Bente, verander ik een soort Mary Poppins. Alles is dan mogelijk!’ Bente imiteert de stem van haar oma. Nola knikt. ‘Alles is dan mogelijk.’ 

 De tweeling loopt de woonkamer in. ‘Gek he dat dit huis leeg moet. Oma heeft het allemaal al in gang gezet. Zou ze ons expres maar een week de tijd hebben gegeven? Ze wil niet dat we blijven hangen in verdriet.’ Nola glijdt met haar hand over het dressoir. ‘Ook deze moet helemaal leeg. Alles heeft ze bewaard van onze eerste tekening tot zwemdiploma’s.’  

Bente knikt en loopt naar de woonkamer. ‘Ik ben nergens meer toe in staat, weet je dat? Het liefste zou ik in bed kruipen en daar ergens volgend jaar weer uitkomen.’ Bente ploft op de bank neer en Nola komt naast haar zitten. 

‘Ja, ik voel je. Ook ik voel me een soort van verdoofd. Mijn tranen zijn op en ik heb stampende koppijn. Het was echt een mooi afscheid, nooit gedacht dat ik dit zou zeggen. Ik vind het altijd belachelijk wanneer mensen een afscheid mooi vinden, maar eindelijk snap ik het. Het was echt een eerbetoon aan oma en het was alsof ze vanuit haar kist mee aan het genieten was. Vooral bij dat pianostuk.’ 

‘Oh, schei uit, want ik begin zo weer te brullen.’ Bente kruipt tegen haar zus aan en die streelt door haar haren. ‘Dit kon oma als de beste he? Over je haren strelen wanneer je verdrietig was. Het hielp altijd.’ 

‘Ja, dat en haar pancakes met bosbessen!’ 

 Even blijven ze in stilte zitten, ieder verzonken in eigen herinneringen en verdriet. Dan staat Bente op van de bank. ‘Een kop thee en dan de brief. En daarna voor mij een lang en warm bad en mijn bed. Morgen gaan we hier aan de slag. Eens met deze aanpak?’ 

‘Ah, de brief. Het ding heeft als een soort oorwurm de hele dag in mijn hoofd gezeten en tegelijkertijd hoopte ik dat we hem zouden vergeten. We kunnen ook nog even wachten?’ Nola krult haar benen onder zich. 

‘Nee, ik wil de brief van Nanna graag lezen nu het voelt alsof ze nog een beetje bij ons is.’ Haar stem klinkt opeens zachter. ‘Ik weet dat je niks hebt met geesten en zielen, maar denk je niet dat oma pas echt rust krijgt als ze weet dat het voor ons goed is. Dat ze zeg maar na gene zijde kan gaan?’  

‘Ik krijg nu spontaan kippenvel en nu moet je vannacht bij mijn slapen, anders slaap ik niet!’ Nola is rechtop in de bank gaan zitten en wrijft over haar armen. 

‘Dat was ik sowieso van plan. Bij jou? Of hier bij oma? Bij mij thuis ligt een of andere Dirk in mijn bed…’ Ze laat wenkbrauwen even perfect op en neer golven. 

‘Bente!’ 

Bente haalt haar schouders op. ‘Ja, ach. De een drinkt wijn, de ander…’ 

‘Jij doet het allebei! Troostwijn en troostmannen.’ Het komt er verwijtend uit, maar toch lacht Nola.  

 De thee dampt uit in het theeservies. ‘Ze was gek op deze theepot met die muisjes erop. Ik vind dat we hier altijd samen thee uit moeten blijven drinken. Pink omhoog en alles.’ Bente neemt een slok van de warme thee. ‘Kamille?’ 

‘Ja, voor de innerlijke rust.’ Nola haalt de enveloppe uit het bloemstuk. ‘Zou ze die brief daar hebben afgegeven? De bloemen komen uit haar favoriete winkel. Gek he, dat ze nog zoveel in gang heeft gezet…’ 

‘Dat heeft ze haar hele leven gedaan. We weten niet half hoe dapper die vrouw was. Ga er maar aan staan om van een verwen-oma een moeder te worden van een tweeling!’ Bente pakt de brief uit de handen van haar zus. 

‘En je dochter verliezen…aan wat eigenlijk? De drang naar vrijheid?’ Bente staart peinzend voor zich uit. 

‘Voer voor psychologen inderdaad. Ik moest vandaag heel vaak aan onze ouders denken, ik vroeg me af of ze zouden komen…en ik ben opgelucht dat ze dit niet hebben gedaan. Denk ik.’ Nola haalt haar schouders op. 

‘Zullen we de brief lezen en ons bezig houden met dat wat echt belangrijk is?’ Bente wacht niet op de toestemming van haar zus en haalt de brief uit de enveloppe. Tranen stromen meteen over haar wangen. ‘Kijk nou, dat briefpapier…we hadden haar dit cadeau gedaan met kerst. Weet je nog wat ze zei?’ 

Nola knikt. ‘Dit papier bewaar ik voor een speciale gelegenheid.’ 

Bente drukt de brief in Nola’s handen. ‘Lees jij maar. Mij lukt het niet.’ Ze dept haar ogen droog. ‘Ik dacht echt dat ze op waren…die tranen.’ 

 Nola sluit haar ogen om de veiligheid van het donker te vinden. In het stille donker hervindt ze de kracht om deze nieuwe uitdaging aan te gaan. ‘Goed dan.’ 

 “Lieve Nola, Lieve Bente. 

 Jullie briefpapier, dus dit moet een speciale brief zijn. Toeval wil dat jullie deze lezen op de dag van mijn begrafenis. Niks wat er in staat is nieuw voor jullie. Ik was hopelijk een open boek, al weet ik dat sommige onderwerpen hier niet of nauwelijks op tafel kwamen. Te pijnlijk voor mij maar ook voor jullie, wellicht? 

 Drinken jullie thee, meiden? Dat doe ik nu ook, terwijl ik deze brief schrijf. Mijn zoveelste poging, maar dit is helaas het een na laatste vel, dus ik moet doorzetten nu. Apart he dat ik deze brief nu schrijf, nog ongewist voor mezelf wanneer jullie deze lezen. Mijn leven heeft geen houdbaarheidsdatum zoals de melk die ik net bij mijn thee heb gedaan. Weten jullie dat ik de laatste maanden anders naar houdbaarheidsdatums heb gekeken? Bij dit pak melk bijvoorbeeld stond er de een datum ver weg in de tijd en daar heb ik me aan vastgehouden. Tijd. Een ongrijpbaar begrip en soms ook zo onbeduidend. Pas wanneer je merkt dat het einde nader bij komt, dan is tijd alles. Het grootste cadeau wat je aan een ander kunt schenken. Tijd en aandacht. Ik dwaal af. 

 Ik schrijf twee brieven. Eentje voor jullie, mijn lieve tweeling. Met mijn wensen en dromen voor jullie en wat wijze levenslessen. En eentje voor mijn prachtige dochter, ook al is ze er niet meer. Ik mis haar nog iedere dag.Ik hield van haar op het moment dat ze geboren werd (eerder nog, toen ze al trappelend in mijn buik haar weg zocht). Ik ben van haar blijven houden en heb het geluk gehad om voor jullie twee te mogen zorgen. Mijn liefde voor haar plus die oerliefde die ik ook vanaf moment voor jullie heb gevoeld stijgt boven alles uit. Boven verdriet en boven onbeantwoorde vragen. Kies daarin jullie eigen paden. Op een afstand was vooral jullie moeder aanwezig; ze zag en hoorde dat het goed met jullie ging.  En jullie vader…Jij, Nola, kon daar zo boos om worden. Hem haten uit het diepste van je hart. En jij, Bente, jij dompelde je onder in dromen en geloofde in een ABBA-achtig einde van het verhaal. Laat koppigheid of angst nooit voorkomen om uit te zoeken waar je vandaan komt. Het is nooit te laat.” 

 ‘Zo, zeg! Dat allemaal even in een afscheidsbrief?’ Nola vecht duidelijk tegen haar tranen en de emoties die nu in haar rondgaan. ‘Gewoon onze moeder erbij halen? Onze vader heeft geen rechten meer op de dag dat hij verdween’ Bente pakt de brief uit de handen van haar zus en herhaalt de zin die Nanna heeft opgeschreven. ‘Jij, Nola, kon dan boos worden….’ 

‘Ja, je hebt je punt gemaakt. Lees jij maar verder.’ Nola kruipt in de hoek van de bank. Haar gezicht staat op onweer. 

‘Het is oma haar laatste brief, denk je niet dat ze elk woord zorgvuldig heeft afgewogen? Dit moest ze kwijt. Aan ons maar ook aan zichzelf. Gun haar die laatste woorden.’ Bente streelt over de hand van Nola. ‘Kom, lees verder.’ 

‘Vooruit. Ik lees verder. Maar jeetje, Bente, ja, het is niet niks voor me maar om het zo zwart op wit te zien staan. Ik had het allemaal een beetje weggestopt.’ 

‘Dat hebben we denk ik allemaal gedaan. Daar is een naam voor.’ Ze fronst haar neus en steekt dan een vinger in de lucht. ‘Therapeuten hebben mij geleerd dat dit zelfbehoud heet. En zelfbehoud uit zich op verschillende manieren. Neem nou Dirk in mijn bed…’  

‘Je steekt er nu de draak mee, maar goed, we hebben het hier nog wel eens over. Ooit.’ Ze schraapt haar keel en begint verder te lezen. 

 ‘Nu, lieve Bente en Nola. Jullie zullen net als ik na dit stukje brief even een pauze hebben ingelast. We hebben het zware gedeelte gehad, nu gaan we het over iets anders hebben.’ 

 Nola legt de brief verbijsterd op haar schoot. ‘Die oma van ons kent ons beter dan dat wij ons zelf kennen, of niet?’ Bente knikt. 

“Herinner je dat gesprek nog over jullie dromen en wensen? Ik ben benieuwd of ze uit gaan komen. Werk er de komende tijd hard aan, want dromen en wensen zijn mooi, maar ze komen niet vanzelf uit: je moet er echt voor gaan! Ik heb me nooit bemoeit met jullie levens, niet op een indringende manier. Ik liet jullie zelf nadenken en keuzes maken en gaf advies wanneer jullie daar om vroegen. Aan jou iets meer Bente dus dan aan Nola. Jij lieve, Nola, wilde als baby altijd alles al zelf doen. Wat kon jij boos zijn wanneer iets niet meteen lukte. En jij Bente, mijn schat. Keuzes maken was zo moeilijk voor je, welke smaak ijs, welke Barbie, welke opleiding, welke jongen…” 

 Bente begint hard te lachen. ‘Dat van die barbies wist ik niet meer…van die woede aanvallen van jou wel, Nola.’ Nola rolt met haar ogen. ‘Ik lees verder, tot nu toe niks nieuws onder de zon.’ 

 ‘Zijn jullie benieuwd naar mijn nalatenschap aan jullie? Heb geduld, dames. De tijd zal het leren. Ik laat jullie mijn hart na en al mijn liefde. Het huis zal over een week verkocht zijn. Het geld blijft echter nog even in de vertrouwde handen van notaris Ruben. Hij moet nog wat zaken voor me op orde brengen. Vertrouwen jullie mij? Hebben jullie zin in een groot avontuur? Dan ga het aan! De notaris zal jullie ieder een eigen enveloppe overhandigen met mijn erfenis aan jullie. Je weet dat ik nooit onderscheid heb gemaakt, dat doe ik nu ook niet. Althans, niet met betrekking tot het kapitaal dat ik te verdelen heb. Wacht maar af, jullie gaan het vanzelf zien…’ 

 ‘Goed, dit is echt gek.’ Nola is weer gestopt met lezen. ‘De uitleg volgt ook niet, want de brief heeft nog maar een paar regels.’ Bente pakt de brief over en leest verder. 

 ‘Doe me een plezier en breng die grote plant achter in de serre naar de notaris en zijn vrouw. Ik heb gezien dat hij een groot plantenliefhebber is. Het kaartje van de goede man zit in de enveloppe. Ik maak graag mensen gelukkig. De inhoud van het huis is voor jullie om te verdelen. En geef vooral weg wat voor andere mensen goed te gebruiken is en waar jullie je geen raad meer mee weten. Bewaar niet alles omdat ik het in mijn handen heb gehad. Herinneringen zitten in je hart, niet in spullen. Behalve dat hoedje dan, dat hoedje is voor jou, Bente. En Nola, jij neemt mijn jas toch wel? En het recept voor mijn pancakes, dat is voor jullie samen! 

 Och lieverds, kon ik maar tijd kopen. Jullie zijn het mooiste wat mij ooit is overkomen. Trots op jullie beiden. Ik hoop dat jullie dat gevoeld hebben en blijven voelen. Ik neem jullie mee waar ik ook heen ga en dat maakt alles ineens een stukje lichter. Ik heb jullie liever dan lief. Zorg goed voor elkaar! Met al mijn liefde troost ik jullie. Maak er iets van! 

 Liefs, Nanna.” 

3 maanden later 

 Hoofdstuk 4 Nola 

 ‘Nee, vanavond lukt echt niet. Sorry Bente.’ Nola is zich ervan bewust dat dit nu al de derde keer is dat ze haar zus af zegt, maar ze kan niet anders. 

‘We hoeven echt niet door de dozen van oma te gaan. Ik wil gewoon weer eens bijpraten.’ Bente probeert het nog een keer maar het antwoord blijft nee. 

‘Ik moet echt mijn werk afkrijgen. Het botert toch al niet tussen mij en mijn nieuwe baas. Volgende week oké?’ 

‘Ja, dat zei je vorige week ook al. Fijn. Ik zoek wel een compensatie-man. Jouw schuld he!’ Bente hangt op en Nola laat zich achterover in de kussens van haar bed vallen. Ze is gewoon moe. Haar laptop schuift ze aan de kant. Een dutje zou toch geen kwaad kunnen en daarna weer aan het werk. De cijfers moesten voor morgenvroeg binnen zijn. Ondanks haar intense moeheid lukt het niet om een hazenslaapje te doen. Het gesprek met Bente tolt door haar hoofd, net zoals de stapels dozen in de logeerkamer. Ze hadden afgesproken om ieder een deel van de spullen van Nanna te sorteren. Bente was al bijna klaar en ze genoot ervan. In het begin had Bente bij elke vondst en bij elke herinnering een appje gestuurd, maar Nola had daar korte metten meegemaakt. ‘Ik kan dit nog niet. Het is nog te vers. Bovendien heb ik mezelf wijsgemaakt dat oma met een lange cruise op reis is en dat ze elk moment weer terug is met een koffer vol aan souvenirs…’ 

Bente had dat vreselijk gevonden. ‘Je weet dat oma er niet meer is en dat ze niet zou willen dat jij je zou begraven in je werk en smoesjes. Oma zou zeggen: er is er maar een die begraven is en dat ben ik. Ga weer leven, Nola!’ 

Bente had gelijk en Nanna had gelijk. In theorie dan, de uitvoering in de praktijk was lastiger. Eigenlijk had ze alles wat met Nanna en haar dood te maken had terzijde geschoven. Zo was het Bente die de kamerplant was gaan afgeven bij de notaris en zijn vrouw. Laaiend enthousiast was ze later bij Nola langs gegaan. ‘Echt, wat een lieve mensen. Ze willen jou ook graag ontmoeten!’ 

‘Alles op zijn tijd.’ Dat was haar antwoord geweest. ‘Verdomme!’ Nola stapt uit haar bed en loopt de keuken in. Slapen ging niet, werken ging niet. Wat ging er nog wel? Eigenlijk ging de laatste maanden alles op de automatische piloot. Opstaan, werken en tussendoor ergens wat eten en dan weer haar bed in. De week van het leegruimen van het huis van Nanna was er een geweest vol emoties en daarna ontzettende spierpijn. Die week waren Bente en zij onafscheidelijk geweest en dat was goed. Al hadden beiden dames daarna ook behoefte aan even rust gehad. Maar die rust was nog steeds niet wedergekeerd in haar hart. Er zat nog zoveel pijn en leegte bij Nola, maar die confrontatie kon ze nog niet aan; wilde ze nog niet aan. En daarom koos ze voor de makkelijke weg: werken en nog eens werken. 

Nola opent de koelkast en sluit hem weer. Ijsbeert rond in de keuken en doet dan alsnog een greep in koelkast naar een reep chocolade. Zonder er echt van te genieten eet ze stukje voor stukje de reep op. Haar telefoon zoomt en ze kijkt naar het whatsappje op het scherm. 

‘Serieus?!’ 

Ze pakt de keukenstoel en gaat erop zitten, ze heeft steun nodig nu. Ze tikt een bericht terug. ‘Ja, natuurlijk. Ik begrijp het. Veel geluk samen! In december is het huis weer van jou. Jullie.’ 

Nola drukt op Bente’s naam. Die neemt na lang aanhouden eindelijk op. ‘Ja? Ik lag in bad…’ 

‘Ik moet het huis uit.’ 

‘Ja, dat zeg ik je al weken. Je moet er echt eens uit.’  

‘Nee, dat bedoel ik niet. Ik kreeg net een appje van Janine. Ze komt terug naar Nederland, met haar nieuwe liefde en ze willen gaan samenwonen. Tsja, ik was hier maar te gast he.’ 

‘Hoezo? Je hebt toch een huurcontract? Ze kunnen je niet zomaar op straat zetten! Wat heb je gezegd?’ 

‘Dat het goed is. Ik heb tot december….’ 

‘Jeetje, Nola, wat geef jij je makkelijk gewonnen. Zo ken ik je niet. Maar goed, je weet dat je altijd bij mij kunt crashen.’ 

‘Ja, dat weet ik. Lief van je.’ Ze slaakt een diepe zucht. 

‘Past makkelijk. Een beetje passen en meten. En je eigen slaapzak meenemen.’ Bente maakt een grapje over haar eigen woonsituatie. In feite woonde ze in een studentenflat niet groter dan een kippenhok. Echt beweging op de woningmarkt had ze nooit gemaakt. ‘Nou, geniet van je bad. Ik wist niet eens dat je een bad had?’ 

‘Nee joh, hebben we hier ook niet. Ik ben ergens anders….’ Haar stem klinkt samenzweerderig. 

‘Ah. Zit je wel alleen in bad dan?’ Haar stem klinkt gelatener dan ze zou willen. 

Ze hoort gegiechel aan de andere kant van de lijn, maar het antwoord blijft achter. Ze wacht even en eindigt dan met tegenzin het gesprek. ‘Ik ga je ophangen, dank dat ik even stoom mocht afblazen. Pas op dat je geen zwemvliezen krijgt he.’ 

‘Morgen kom ik naar je toe en ik wil geen nee horen. Slaap lekker straks Nola.’ 

Nola staat op van haar stoel en loopt door de kamer. Ze is van dit huis gaan houden, veel ruimte en veel licht. Een bonkend gevoel in haar hoofd kondigt een stevige koppijn aan. Ze beweegt haar hoofd en draait kleine rondjes. Haar spieren zijn helemaal verkrampt. Ze zou een moord doen voor een massage van Nanna. Nanna had bewezen gouden handen wanneer het ging om examenstress of liefdesverdriet perikelen. Nanna… 

 Nola zet de waterkoker aan voor een kop thee en klapt haar laptop open. Die cijfers zou ze nu vastpakken en opsturen. Ze hield van het werken met cijfers, daar zaten geen verrassingen achter. Althans, wanneer de collega’s ze goed aanleverden. Het werken op dit accountskantoor beviel haar goed en haar teamleden waren als een warm bad geweest na het overlijden van Nanna. Dat er sinds een maand een nieuwe interim leidinggevende was gekomen had eerst voor opluchting gezorgd; ze waren al een tijd stuurloos wegens uitval van Gertie. De opluchting had snel plaatsgemaakt voor onrust en verbazing. De strakke manager in zijn dito pak had er zin in! Hij zou de boel wel eens opschudden en moderniseren. Nola werd er net als de andere collega’s onrustig van en de rust die Gertie altijd had weten te bewaken was al sneeuw voor de zon verdwenen. Nola wist dat haar, was Gertie niet uitgevallen, een promotie te wachten stond. Ze had dit vorige week aangekaart bij Marcel. Hij had geknikt en aangegeven dat dit inderdaad in haar dossier te lezen stond, echter hij zag geen aanleiding hiervoor. Nola had geen woorden gevonden en koos voor de aanval. Niet direct naar Marcel toe, maar juist door nog harder te werken. Hij zou niet meer om haar heen kunnen. Bente had haar voor gek verklaard. ‘Jij gaat juist harder lopen voor die gek? Ik zou helemaal niks meer doen en op mijn handen gaan zitten. Het hele boeltje in de soep laten lopen. Dan zou meneer Marcel zien van hoeveel waarde je bent!’ 

Nola staat op en schenkt haar thee in. De grote mok dampt de geuren van kamille en kurkuma en ze neemt voorzichtig een slokje. Ze logt in bij haar werk en begint aan de cijfers. Zo te zien aan de groene bolletjes op de intranet pagina waren er nog een paar collega’s aan het werk. Ze schudt haar hoofd. Ze klikt de chatschermen weg en buigt zich voor de verantwoording van het afgelopen jaar. Daarnaast zou ze ook twee aanbestedingen moeten nakijken. Normaal bood het haar afleiding, maar de knallende koppijn wint het van haar werkdrift. Ze staart naar het scherm en naar het chatbericht wat blijft knipperen rechtsonder in het scherm. Marcel! 

Ze opent het bericht. ‘Zo, heb je werk in te halen?’ 

Nola trommelt met haar vingers op de tafel. ‘Nee, ik ben extra uren aan het draaien.’ 

‘Mooi, zo zie ik het graag. Lukt het om je cijfers vanavond nog aan te leveren? Anders zie ik je graag morgenvroeg om 8 uur op kantoor om alles nog even voor te bespreken.’ 

‘Dat gaat lukken. De cijfers spreken voor zich dus die voorbespreking lijkt me niet nodig.’ 

Ze klikt het gesprek weg. Haar schouderspieren doen pijn. 

Haar telefoon laat weten dat er een appje binnenkomt. ‘Wat nu weer? En waarom praat ik tegen mezelf?’ Even moet ze lachen. Volgens Bente zou dat daar lot gaan zijn: een tegen zichzelf praten oude vrijster met eventueel een paar katten. Ze had nog tijd toch om een man te vinden en heel veel kinderen te krijgen?  

‘Wat heb je eigenlijk aan?’ 

Er staat geen naam bij het appje en Nola fronst haar wenkbrauwen. Ze slaat het nummer op onder “nog uit te zoeken van wie dit nummer is.” Ze schrikt wanneer nu de profielfoto zichtbaar wordt en ze het gezicht van Marcel ziet. ‘What da……’ 

Er komt nog een bericht binnen. ‘Less is more, toch Nola?’ 

Nola kijkt vertwijfeld naar de berichten en haar benen beginnen te trillen. Waar is die man op uit? Normaal is dit in ieder geval niet. Ze blokkeert hem op de app. Met haar vingertoppen masseert ze haar slapen. Het gemis van Nanna komt nu in grote golven naar boven. De tweede keer deze avond. 

 Hoe ze het voor elkaar heeft weten te spelen weet Nola niet, maar het cijferwerk is ingeleverd. Een korte mail aan Marcel met als bijlage haar berekeningen. Ze had daarna haar laptop dichtgeklapt en met haar kleren aan was ze in bed gekropen. Het was de wekker die haar ruw uit haar slaap haalde. Haar hoofd en lijf brak alsof ze een krat bier had weggedronken. ‘Nee, geen ontbijt vandaag.’ Met een vies gezicht slaat Nola de koelkast dicht. Met haar laptop en een appel staat ze daarna besluiteloos in de gang. Ziekmelden of gewoon doen alsof gisteren niet had bestaan? Ze heeft het lef niet om haar mail te checken dus geen idee wat haar te wachten staat zometeen. Nola pakt haar zwarte leren jack van de kapstok, maar bedenkt zich dan. ‘Vandaag heb ik Nanna-power nodig.’ Ze pakt de jas van oma van de hanger en ruikt eraan. Hoe lang nog voordat deze geur alleen nog maar een herinnering zou zijn? Gelukkig had ze oma’s lievelingsparfum ook nog en kon ze daar altijd een vleugje oma van op sprayen. Sneller dan normaal is ze op werk, ook al had ze haar best gedaan om te treuzelen en zelfs te zorgen dat ze moest stoppen voor ieder stoplicht. Ze parkeert haar auto en stapt uit. Het kantoor is goed verlicht en ondanks de zakelijke uitstraling had dit gebouw altijd gevoeld als haar tweede thuis. Zou dat vandaag nog steeds zo zijn? Vanuit haar ooghoek ziet ze de auto van Marcel aan komen stuiven. Hij parkeert naast haar. Ze loopt verder en kijkt of ze nog andere collega’s ziet. ‘Hey Liz! Goedemorgen.’ Nola zwaait naar haar college Liz die gehaast aan komt gelopen. ‘Oh, wat een nacht, Nola. De kleine had krampjes, ik heb geen oog dichtgedaan. Frank sliep natuurlijk weer overal doorheen. Mannen!’ 

De voetstappen van Marcel komen dichterbij. ‘Goedemorgen dames. Niet goed geslapen, Liz? Hoorde ik dat goed? Ga gewoon wat eerder naar huis op kosten van de zaak.’ 

‘Meen je dat?’ Liz kijkt Marcel met grote ogen aan. Het lijkt alsof ze ter plekke de grond onder zijn voeten wil kussen. 

‘Nee, natuurlijk meen ik dat niet. Mensen kiezen er zelf voor om kinderen te nemen. Dit was een test.’ En weg is hij. Met grote passen loopt hij het kantoor binnen. Nola voelt de wanhoop van Liz en knijpt zachtjes in haar arm. ‘Negeren die man. Hij kan je niks maken. je bent de spil van dit bedrijf.’ 

Wit wegtrokken loopt Liz naar binnen. Marcel staat haar op te wachten met een kop koffie. ‘Hier, neem het ervan.’ Hij knikt haar toe en Liz neemt het kopje aan. Het lepeltje ligt rillend op het schoteltje. ‘Kan ik jou even spreken, Nola. De cijfers die je me gisteren stuurde zagen er keurig uit. Toch wil graag even met jou de voorbespreking doen voor het overleg van negen uur. We kunnen in de directiekamer plaatsnemen.’ Hij wijst haar naar de lift. Liz heeft de trap genomen en verder is het stil in de hal. Ze aarzelt. ‘Ik neem de trap wel, eerste etage toch? Ik zie je daar.’ 

Marcel knijpt zijn ogen tot spleetjes. ‘Prima, zie ik je daar.’ 

Met een bonkend hart neemt ze de trap. Haar benen voelen als pap. Wat wil die man van haar?  

Met een grote grijns op zijn gezicht wacht hij haar op. De deur van de grote kamer wijd open houdend. ‘Na jou, Nola.’ 

Nola zucht diep en recht haar schouders. Wanneer ze hem passeert pakt hij een lok van haar haren vast. ‘Fijn toch om even samen te zijn?’ 

Ze maakt zich los uit zijn greep. ‘Zeg wat je te zeggen hebt, Marcel. Wat wil je precies bespreken? De cijfers spreken voor zich.’ Ze blijft in de deuropening staan. 

‘Wat doe je moeilijk, mens. Eerst daag je me uit en nu hang je de heilige maagd Maria uit?’ 

‘Pardon?’ Haar hart klopt in haar keel en haar kaken voelen gespannen aan. 

‘Jij wilde toch zo graag promotie en je had er alles voor over?’ Zijn hand strijkt langs haar wang nu en een siddering gaat door haar lijf.  

‘Ik moet me helaas ziek melden vandaag, Marcel. Migraine.’ Ze duwt hem hardhandig aan de kant en loopt de trap af en het gebouw uit. Haar hakken laten een oorverdovende echo na, haar hart klopt bijna net zo hard. 

 Een uur later zit ze trillend bij Bente op de bank. ‘Krijg jij hier echt geen problemen mee op je werk?’ Nola kijkt haar zus vragend aan. 

‘Nee, absoluut niet. Ik denk dat ze blij zijn dat ik een dag vrij genomen heb, het is nogal slapjes de laatste tijd. Mensen willen wel gezond leven maar hebben er weinig voor over, denk ik dan. Maar wat is er met jou aan de hand, Nola. Je ziet er niet uit.’ 

‘Slechte nacht gehad en een even slecht begin van de dag….’ Haar stem sterft weg. 

‘Ik ben een en al oor.’ Bente pakt de handen van haar zus vast in een poging het trillen te stoppen. 

‘Gisterenavond kreeg ik dit toegestuurd.’ Nola laat de appjes zien die ze van Marcel had ontvangen. 

‘Oh, heb je een flirt? Moet ik je helpen terug flirten?’ Ze scrolt door haar lijst met foto’s en laat er een zien van zichzelf in een schuimbad. Zulke foto’s doen het goed, net genoeg schuim om helemaal niks te zien, maar voor een man precies genoeg om…’ 

‘Bente, hou op! Deze komen van mijn baas! Daarnet was ik bij hem en zijn handen zaten op plekken waar ze niet hadden moeten zijn. Ik heb me ziek gemeld maar als ik eraan denk om terug te moeten naar die…’ 

‘Stuur je screenshot gewoon door naar Personeelszaken. Klaar met die gast.’ Bente’s stem slaat over van woede. 

Nola’s hoofd bonkt nu nog harder dan het gisteren deed. Ze legt haar hoofd op de schoot van Bente die meteen met haar vingers door haar haren kroelt. 

‘Nola, kom op, die man is jouw stress niet waard. Zo zijn mannen. De meeste dan. Gewoon zorgen dat hij gaat wieberen.’ De boosheid heeft plaatsgemaakt voor realisme. 

‘Ja, maar het is zijn woord tegen het mijne. Zo werkt dat toch?’ Nola voelt zich klein en nietig nu. 

‘Die appjes spreken voor zich. Gewoon in de aanval!’  

‘Ja, ik neem ontslag.’ Nola bijt op haar lip, haar besluit staat vast. 

 ‘Jij neemt ontslag? Jij doet helemaal niks. Dat met dat huis is een ding, maar ontslag nemen?’ 

‘Ik heb gewoon geen zin in spelletjes of gedoe en ik kies nu voor mezelf door gewoon te stoppen met die baan.’ 

‘Dit is wanhoop die nu spreekt. Dit is voor mijn part een tijdelijke verstandsverbijstering en ik laat het niet toe, Nola. Hij is diegene die ontslagen moet worden!’ 

‘Ik wist dat je dit zou zeggen maar het is al te laat. Mijn mail ligt al bij persoonszaken…’ 

‘Soms snap ik niks van jou! Voor een ander vecht je als een leeuw, maar voor jezelf laat je het afweten.’ 

‘Pick your battles zeggen ze toch? Ik wil niet dat dit mijn gevecht wordt. Banen voor het oprapen toch?’ 

‘Ik help het je hopen. Potverdorie, wat een klootzak is die Marcel!’ 

‘Daar zijn we het over eens.’ Gelaten haalt ze haar schouders op. ‘Ik mag hopen dat er overal een hoger plan achter zit, want tot nu toe is dit jaar echt zwaar waardeloos.’ 

‘Je hebt nu wel tijd om alle spullen van oma uit te zoeken…’ Bente trekt Nola stevig tegen zich aan. ‘Het komt wel goed, schatje.’ Nola moet nu ook lachen. Met Nanna was er altijd strijd geweest over uit welke reclame dit zinnetje kwam en ook nu weer kon ze niet kiezen tussen de pindakaas en de Roosvicee reclame. 

De deurbel onderbreekt hun samenzijn en Bente sloft naar de deur. ‘Vast een pakketje voor die gast van hierboven.’  

Nola duikt achterover in de bank. Ze kijkt de kamer rond. Een samenraapsel van dat wat Bente liefkozend vintage noemt en her en der spullen van Nanna. Ze hoort de opgewonden stem van Bente in de gang en een onbekende mannenstem. Naar haar weten deed Bente niet mee aan de postcodeloterijshow, maar anders zou dat mooi meegenomen zijn op deze belachelijk zwarte dag. 

‘Kijk, Nola, wie er is! Ruben!’ 

Nola kijkt naar de oudere man in de deuropening en komt overeind van de bank. Hij komt haar wel bekend voor, hij was ook de begrafenis van Nanna. In zijn handen twee bloempotten met een op het oog zielig stekje. 

‘Hoi!’ Nola steekt haar hand omhoog, maar herpakt zich dan en staat op om Ruben de hand te schudden. Het lijkt wel alsof Nanna haar van bovenaf even terecht wijst. Er gaat een warm gevoel door haar lijf nu haar hand zo veilig in deze warme hand ligt.  

‘Ga zitten Ruben. We zitten midden in een crisis, dus let niet op de rommel en op ons. Bente wijst hem een van de stoelen aan. 

‘Mijn vrouw heeft de plant van jullie oma weten te stekken en ze heeft me op pad gestuurd om jullie ieder een stekje te geven. Groene vingers heeft ze, die vrouw van me.’ Hij heeft de twee potjes op tafel gezet. 

‘Moet je niet werken dan?’ Bente pakt een van de potjes van de tafel en bekijkt het stekje.  

Nola kijkt toe en snapt wel waarom Bente deze man meteen aardig had gevonden. 

‘Ja, eigenlijk wel, maar ik zit ook een beetje in een crisis en vertoon nu ontwijkend gedrag door plantjes weg te brengen.’ Zijn lach vult de kamer alsof er honderd ballonnen omhoog stijgen. 

‘Oh, wat voor crisis? En dat ontwijkende gedrag daar weten wij ook alles van.’ Nola heeft geen idee waarom ze met alle geweld deze vraag wilde stellen aan Ruben. Haar hart bonst opeens hard op en neer. 

‘De secretaresse is met een hernia uitgevallen en eigenlijk loopt nu alles in het honderd. Ik denk dat ik vanmiddag mensen met een net gekocht huis een erfenis schenk en de mensen van de erfenis een sleutel geef. Maar ja, wie weet wat daar dan uitkomt. Een beetje zoals uit de stekjes van de plant van oma!’ 

 Nola gaat op het puntje van de bank zitten, net zoals Bente nu ook doet. Opgewonden vallen ze over elkaars zinnen die er tegelijkertijd uitkomen. ‘Misschien kan ik helpen? ‘Misschien kan Nola helpen?’ 

De man kijkt de tweeling aan en schiet opnieuw in de lach. ‘Twee zielen één gedachten?’ 

Nola legt kort de situatie uit en Ruben knikt vol belangstelling. Even ziet ze boosheid in zijn ogen oplaaien. ‘Maar Nola toch, sorry, wanneer ik me er mee bemoei. Maar waarom heb jij ontslag genomen? Je zou die baas van je moeten aangeven…’ Bente knikt hard met hem mee. Nola haalt haar schouders op. ‘Serendipity, het lot! U zoekt een secretaresse? Ik zoek een baan. Ik kan meteen beginnen. U mag mij er weer uit zetten wanneer uw eigen secretaresse weer hernia-loos is.’ 

Ruben staat op de van stoel en loopt naar Nola toe. Hij steekt zijn hand uit. ‘Aangenomen.’ 

Bente schudt haar hoofd. ‘Wat een ochtend!’ Ze zet haar plantje in de vensterbank. ‘Zo simpel kan het leven blijkbaar zijn.’ 

 

5 maanden na de dood van Nanna 

Hfd 5 Bente 

 Bente legt haar benen op die van Nola. ‘In het kader van liever lui dan moe.’ 

‘Heerlijk toch. Netflix aan en gaan. Zullen we die ene zwijmel serie doen?’ 

‘Schei uit, mijn leven is zelf net een zwijmelserie.’ Bente komt weer overeind en pakt haar telefoon erbij. ‘Kun jij morgen een date van me overnemen? Ik sta dubbelgeboekt.’ Ze laat een foto van haar scherm zien. ‘Hij is leuk toch?’ 

‘Bente! Waar ben je mee bezig? Nee, ik neem geen date van je over.’ Ze pakt de telefoon uit de handen van haar zus. ‘Al moet ik je gelijk geven, hij is leuk!’ 

‘Wat doe je dan moeilijk? Hij is tevens makelaar, misschien kun je zo wat schot in je huizenzoekactie krijgen?’ 

‘Ik ben geen parasiet. Ik gebruik geen mensen om mijn doelen te bereiken. Bovendien, heb ik mogelijk een onderkomen gevonden. Weliswaar tijdelijk, maar ach, dat nomaden bestaan heeft wel wat.’ 

Bente schiet overeind. ‘Noem jij mij nu wel een parasiet dan?’ 

‘Nee. Jij bent gewoon een vlinder die van het leven geniet, zo beter?’ Nola kijkt haar zus hoofdschuddend aan. 

‘Ik wil mijn opties gewoon goed bekeken hebben voordat ik een keuze maak en het lijkt de laatste tijd wel een ijsco winkel…ik kan gewoon niet kiezen.’ 

Nola schudt opnieuw haar hoofd. ‘Het is dat ik weet hoe jij echt bent, maar…je hebt je bingo kaart wel vol geloof ik nu onderhand. Wat wil je nu eigenlijk met je leven?’ 

‘En jij dan? Wanneer durf jij weer eens aan de man?’ Bente beseft meteen dat ze zich op glad ijs begeeft en dat haar opmerking mogelijk verkeerd zal landen. 

‘Wanneer mijn hart weer heel is en zover ben ik nog niet. Hij is nu getrouwd, wist je dat?’ In de zachte stem van Nola klinkt verdriet door. 

‘Nee, dat wist ik niet. Het spijt me. Je dacht echt dat Raf de liefde van je leven was he?’ Tegelijkertijd wrijven de dames over hun armen. De naam Raf was al lang niet meer gevallen. 

‘Ja. Maar het leven besloot anders. Ik hoop dat hij gelukkig is. Maar wat mis ik hem.’ 

‘Ik ook. Jullie waren al beste vriendjes sinds de lagere school. Jaloers was ik toen zeg. Alsof je tweeling was geworden met iemand anders.’ 

‘Ja, maar jij dan? Jij had vriendjes bij de vleet. Je eerste kus was nog voordat je beugel eruit was. Weet je nog dat je het zoenen wilde oefenen op Raf?’ 

‘Ja, jij was zo boos. Je gooide een schoen naar mijn hoofd.’ Ze wrijft over het onzichtbare plekje van de schoenafdruk. 

Nola zucht diep. ‘Ik denk ook niet dat ik het zou kunnen, Bente. Samenwonen met iemand. Ik ben echt gehecht aan mijn vrijheid en mijn eigen onhebbelijkheden. Van jou kan ik alles hebben en van Nanna ook, maar een ander? Hoe ik vroeger ook droomde van een huis vol kinderen en beesten…ik weet het niet. Een LAT relatie, wellicht…’ 

‘Dat noemen ze bindingsangst en daar hebben we beiden last van, zij het dat het zich op een andere manier uit bij mij. Die leegte die ik binnenin mijn voel probeer ik uit alle macht niet te voelen. De ene date naar de andere, maar wanneer het serieus wordt, trek ik de stekker eruit. We weten het allebei dondersgoed maar we zijn niet in staat het tij te keren, zo lijkt het. Bah!’ 

‘Ruben en Elsbeth hebben me een plek om te wonen aangeboden, mocht het niet op tijd lukken met het vinden van een andere woning.’ Nola gooit de mededeling eruit en slaakt dan een diepe zucht. 

Bente fluit tussen haar tanden. ‘Zo!’ 

‘Ik heb gezegd erover na te denken. En dat doe ik ook echt. Ze hebben achter in hun tuin een aparte woning. Die was ooit bedoeld voor de moeder van Elsbeth, maar ze heeft er nooit gebruik van kunnen maken…’ 

‘Ruben en Elsbeth zijn bijzondere mensen he?’ Bente fluistert de woorden de kamer in. 

‘Ja, oma heeft ze vast niet voor niks aan ons gekoppeld. Ruben laat overigens niks los over het testament…ik zou zo graag nog iets van oma horen. Zelfs van dat stekje word ik blij. Die van jou is trouwens een stuk groter als die van mij.’ Nola kijkt naar de plant in de vensterbank. 

‘Ik praat er tegen. Dat zou je ook eens moeten doen.’ Bente speelt met de vingers van de hand van haar zus. 

‘Wat ga je nu doen met je twee dates morgenavond?’ Nola heeft pretlichtjes in haar ogen vanwege het luxe probleem van haar zus. 

‘Eentje afzeggen. Kies jij maar welke.’ 

‘Dat is echt bruut. Dat jij Nanna ook een keer laten doen, weet je nog? Hoe oud was je? Een jaar of achttien. Je hield twee foto’s voor en je vroeg wie je moest kiezen.’ 

‘Jahaa, dat weet ik nog. Sam en David. Oma vond Sam eruit zien als een nerd en dus ging ik voor Sam. Achteraf super stom van me. En ook van oma.’ 

‘Oma heeft het normaal nooit fout, dus misschien lag het toch aan jou. Of ze wilde je laten zien dat je vooral zelf moet kiezen. Dat is sowieso de belangrijkste les van Nanna. “Maak een keuze en zolang die uit je hart komt, is die keuze op dat moment altijd de juiste.’ Nola’s stem bibbert. ‘Het zit er nog steeds, dat verdriet. Wanneer wordt die pijn minder?’ 

‘Ze zeggen dat het slijt. Geef het tijd, Nanna is pas 5 maanden….’ Bente maakt haar zin niet af en kucht een keer. 

‘Op reis. Doe je nog steeds alsof ze ergens rondvaart op een groot schip?’ Nola tikt haar zus aan. 

‘Yup. Meestal wel. Op een groot schip en aan het banket met de kapitein.’ Bente staart voor zich uit. 

‘Jij hebt vroeger echt te vaak naar The Love Boat gekeken.’ 

‘Ja, samen met Nanna. Heerlijk was dat!’ Bente zoekt het deuntje van de Love Boat op via youtube en samen zingen ze mee. En dan is het stil. 

‘Maar heel eerlijk, het lukt me minder en minder goed om mezelf voor de gek te houden. En het verdriet slaat me om de meest onverwachte momenten om mijn oren. Dus mijn opmerking dat het slijt is ook iets wat ik vooral tegen mezelf zeg.’ Bente wiebelt ongemakkelijk op en neer met haar been. 

‘Het is tijd.’ Nola staat op en loopt naar de koelkast. 

‘Voor?’ 

‘Nanna’s pancakes natuurlijk.’ 

Bente probeert haar emoties te bedwingen, maar toch ontsnappen er een paar tranen. ‘Wanneer er zoiets bestaat als de hemel, dan is oma daar vast voor iedereen pancakes aan het bakken.’ 

‘Ja, zoiets stel ik mij er ook bij voor. Blijf jij zitten, ik ga aan de slag. Als ik tenminste iets kan vinden in die keuken van je.’  

Bente hoort hoe Nola de lades opentrekt en hard moppert over het niet kunnen vinden van een klopper. Niet veel later ligt er een enorme stapel pancakes op een bord. ‘De blauwe bessen moet je er maar bij denken.’  

‘Ze zijn heerlijk. Precies wat ik nodig had.’ Bente stopt een kleine pancake in haar mond. 

‘Wat wij nodig hadden.’ 

‘Blijf je straks slapen, Nola?’ 

Nola knikt. 

 De volgende ochtend lijkt de mist van het verdriet te zijn weggeslapen. ‘Heerlijk he, de zaterdagochtend.’ Nola rekt zich uit en kijkt naar het nog slaperige gezicht van Bente. ‘Weet je wat raar is?’ Ze veegt een pluk haar uit het gezicht van Bente. 

‘Nu ik naast jou wakker wordt maak ik me niet druk over hoe mijn adem ruikt.’ 

Bente begint hard te lachen. ‘Toch mag je best je tanden even poetsen.’ 

‘Ja, ik weet het. Maar gewoon…het is toch fijn om je bij iemand zo thuis te voelen.’ 

‘Ja. Eens.’ 

‘En nog iets…’ 

‘Nou, kom maar op.’ 

‘Als ik naar jou kijk zie ik echt een prachtige vrouw. Maar dat die ik niet wanneer ik naar mezelf in spiegel kijk…terwijl we toch echt als twee druppels water zijn. Aan jou zou ik niks willen veranderen maar aan mezelf…’  

‘Jeetje, Nola. Wat is dat nu toch?’ 

‘Geen idee, ik moest daar opeens aan denken. Maar nu ga ik mijn tanden poetsen.’ Nola stapt uit bed en Bente trekt het dekbed over zich heen. Het bed is opeens een stuk minder warm zonder haar zus. Zuchtend staat ze dan ook op en pakt haar telefoon. Twee appjes wachten vol ongeduld op haar aandacht. Verdomme, ja. Haar dates. 

Ze begint te typen. ‘Lieve Ivo. Ik vind je echt heel leuk. Maar ik moet onze date vanavond helaas afzeggen. Ik wil het er verder ook bij laten. Vanavond heb ik een date met mezelf en dat is hard nodig.’ 

 Ze kopieert het bericht en stuurt dit ook naar de andere wachtende man in haar app, ze verandert alleen de naam in Guido. Met haar telefoon in haar hand loopt ze de badkamer binnen. Nola staat nog steeds haar tanden te poetsen. Bente duwt haar telefoon onder Nola’s neus. ‘Kijk! Dat zijn keuzes!’ 

‘Twots op jou.’ Met een mond vol tandpasta komt de zin er wat ongemakkelijk uit, maar Bente trekt een zelfvoldaan gezicht. Ze begint aan een nieuw app bericht. 

 ‘Hallo Ruben. Hebben jullie vanavond iets te doen? Anders wilde ik op bezoek komen. Liefs, Bente.’ 

 Er komt meteen een berichtje terug. ‘Altijd welkom. Komt Nola ook mee?’ Nola heeft over de schouder van Bente meegelezen en schudt nee. ‘Nee, Nola gaat ook aan zichzelf werken. Ik ga de dozen van Nanna uitpakken en opruimen.’ 

Bente steekt haar duim omhoog. ‘Goed zo!’ 

Een half jaar na de dood van Nanna 

 

 Hfd 6 Nola 

 ‘We zijn jarig!’ Nola kust Bente op haar wang. ‘De grote 30.’ 

Bente draait zich op haar zij en kijkt haar zus aan. ‘Ja, liggen we hier in bed ons leven te verdoen.’ Ze giechelt. Het was traditie om samen te wachten tot 12 uur s’nachts om dan elkaar te feliciteren. Geen jaar hadden ze overgeslagen. ‘Kijk, berichtjes op mijn timeline! Nu zijn we pas echt jarig he?” Bente scrolt door de berichten en ook Nola struint haar telefoon af. 

‘Onze eerste verjaardag zonder oma.’ Nola slaat de dekens van zich af. ‘Alles is een stuk minder leuk zo. Overal de herinneringen van dingen die we nu niet meer doen. Niet meer Oma’s serenade. De perfecte cadeaus en haar speciale verjaardagspancakes.’ 

‘Ik weet het, zo voel ik het ook. Voor het eerst zag ik op tegen jarig zijn. Net zoals ik geen zin heb in kerst…maar ik weet dat Nanna dat vreselijk zou vinden. Ze wilde dat we alles zouden vieren. Dus, ik heb besloten er toch iets van te maken.’ 

‘Knap van je. Vraag het me morgenvroeg nog eens. Misschien doe ik dan met je mee.’ Nola heeft het dekbed weer teruggepakt. ‘Ben je ook moe?’ 

Bente haalt haar schouders op. ‘Ik weet het niet. Mijn hoofd zit vol van veel. Alsof het oud en nieuw is.’ 

‘Ohjee. Jouw meest gehate dag waarop je uiterst sentimenteel bent en vind dat je lijstjes moet maken met wensen en goede voornemens. Dat gevoel? Ik mis wel die rotknallen nu dan.’ Nola komt dichter tegen Bente aangekropen. 

‘Ja, dat gevoel. Gek eigenlijk dat jij juist helemaal opleeft op die dag. En hoewel jij altijd van de lijstjes bent, heb je dat die dag juist niet. Gekke tweeling zijn we toch.’ Bente trekt aan het dekbed. ‘Jij pakt alles van me af.’ 

Nola geeft een ruk terug. ‘Maar vertel, wat zou er op je lijstje staan wanneer het nu oudjaar was?’ 

‘Helemaal niks. Dat is juist het gekke. Ik vind mijn leven prima zo. Geen druk van wensen en voornemens. Het is gewoon prima. Mijn werk is leuk, minstens een 6 en op een goede dagen een 8. Voor het eerst mik ik echt op een mooie zeven! En ohja, het voorkomen van dubbele afspraakjes staat wel met grote letters in mijn agenda.’ 

‘Nou, dat is inderdaad bijzonder. Maar ja, luxe positie voor jou. Een dak boven je hoofd en een baan waarmee je vooruit kan. Je leeft nu meer in het moment, is het dat? Een soort berusting?’ 

Bente knikt. ‘Misschien is het dat. Het hijgerige is eruit, mijn gejaagdheid.’ 

‘Je klinkt alsof je bijna met pensioen gaat. Mens, je bent net 30! Waar zijn die dromen van je om met een prins op een wit paard ergens over het strand te galopperen?’ 

‘Ja, oké, die droom heb ik nog steeds. Maar voor de rest is het prima zo.’ Bente onderdrukt een geeuw. 

‘Misschien heb ik ook wel het oudjaars gevoel. Alleen heb ik wel wat vinkjes te zetten dit jaar nog. Een huis staat met stip op nummer 1 en op nummer 2 het vinden van een andere baan. Al doet het werk bij Ruben me goed, het is maar tijdelijk.’ 

‘Het hele leven is maar tijdelijk.’ Bente staart nu naar het plafond. 

‘Misschien maar goed ook. En nu slapen anders zien we er morgen uit als veertig.’ Nola draait zich al op haar slaapzij. 

‘Jij bent toch ook vrij morgen?’ 

‘Ja, dat weet je toch? Al 30 jaar….’ 

 De deurbel blijft onaangenaam lang bellen. ‘Ga jij? Het zijn vast bloemen van jouw vriendjes.’ Nola geeft Bente een duw. 

‘Mens, ik zie er niet uit.’ Toch stapt ze uit bed. ‘Ik had een briefje op de deur moeten doen; voor 11 uur niet aanbellen.’ 

Nola draait zich nog eens lekker en schrikt dan op uit haar gedoezel. ‘Nola!’ Bente staat bovenop het bed te springen. 

‘Wat?’ 

‘Oma’s testament. We moeten opschieten want we krijgen gewoon op deze dag een cadeautje van haar. Ongelofelijk! Ze heeft het gewoon voor elkaar gekregen om ons te verrassen.’ 

 ‘Hoe dan?’ Nola is overeind gekomen en staat nu ook op het bed. 

‘Hier.’ Bente geeft haar een brief. ‘Een belachelijk zakelijk brief over het uitspreken van het testament. 16 november om 12 uur.’ 

‘Zie je wie de notaris is? Ruben. Dat moet hij toch geweten hebben? Hij zei dat hij vandaag amper afspraken had. Hoe heeft hij dit voor me verborgen kunnen houden?’ 

‘Maakt niet uit, het zal wel. Allemaal onderdeel van Nanna’s grote plan. Ik ben echt zo benieuwd!’ Bente is weer begonnen met springen en Nola doet mee. ‘Houdt je bed dit wel?’ 

‘Je wilt niet weten wat dit bed allemaal al te verduren heeft gehad, dus ja.’ 

Nola pakt een kussen van het bed en slaat Bente er mee om haar oren. ‘Te veel details!’ 

Hijgend stappen ze een paar minuten later van het bed af. ‘Jij doucht eerst. Ik maak ontbijt en daarna zijn we er weg van.’ Bente deelt de lakens uit en Nola loopt naar de badkamer. ‘Wanneer heb jij hier voor het laatst gepoetst?’ 

 Natuurlijk zijn ze te vroeg. Met een bevende hand belt Bente aan bij het imposante kantoor. ‘Waarom bel ik aan, jij hebt toch een sleutel?’ 

‘Ja, geen idee, ik ben hier vandaag als potentiële erfgename he, niet als secretaresse.’ Nola wipt op haar tenen heen en weer. 

Bente’s gezicht verstrakt. ‘Zouden onze ouders ook komen? Ik bedoel…erven zij ook iets?’ 

Nola doet een stap naar achteren. ‘Dat zou raar zijn. Ik hoop niet dat dit het grote plan van Nanna is. Een verzoening op onze 30ste verjaardag…’ Ook Bente doet een stap naar achteren. 

De deur gaat open en ze kijken in de warme ogen van Ruben. Zijn ogen veranderen van blik wanneer hij de verschrikte tweeling ziet staan. ‘Onze ouders?’ Het is Bente die de vraag stelt. 

Ruben schudt zijn hoofd. ‘Kom binnen en heb vertrouwen in jullie oma. Mijn secretaresse heeft vrij vandaag, dus let niet op de rommel. De koffie zal vast ook minder smaken.’ Hij geeft Nola een knipoog. 

Nola weet zich geen houding te geven en Ruben maakt gebruik van de stilte. ‘Proficiat meiden! Ook namens Elsbeth.’ 

Nola en Bente knikken. ‘Ja, dankjewel.’ Het komt er in een koor uit.  

‘Ga zitten in mijn kantoor. Je kent de weg, Nola. Ik pak de papieren erbij. En dames, kijk eens wat vrolijker. Het komt echt goed.’ 

Bente pakt zijn hand vast. ‘Het was nogal een verrassing, kan ik je zeggen. We waren die hele erfenis al een beetje uit het oog verloren. Het is gewoon veel.’ 

‘Dat snap ik. Maar Nanna heeft hier echt haar levenswerk van gemaakt. Recht uit het hart, maar het had nogal wat voeten in de aarde. En ja, het had allemaal wat sneller gekund, maar het heeft natuurlijk ook wel wat dat ze nu juist vandaag zich nog een keer tot jullie richt.’ Zijn stem is net zo rustgevend als zijn blik. 

‘Ja, typisch oma.’ Nola schraapt haar keel en wijst dan Nola de weg naar Rubens kamer. ‘Hoe vaak zou oma hier geweest zijn om de zaken met Ruben te bespreken?’ 

Bente kijkt de kamer rond. ‘Imposant hier. Gek idee dat hier in deze kamer en aan deze tafel zoveel besproken is….’ 

‘Ja, daar denk ik ook vaak aan. Een notaris is eigenlijk een bewaker van grote geheimen in plaats van saaie overdrachten. Ga zitten.’ Ze nemen naast elkaar plaats en kijken door het grote raam naar buiten. Een paar tellen later stapt Ruben naar binnen, zijn hoofd een beetje rood. Het strikje wiebelt onder zijn kin, bijna in het ritme van de wiebelende kopjes thee op zijn dienblad. Onder zijn arm een stapel papieren. Bente begint te lachen. ‘Ik heb je nog nooit met strikje gezien, Ruben. Je ziet er opeens notarisachtig uit.’ 

Ruben gaat zitten en trekt aan zijn strikje. ‘Deze droeg ik toen ik de eerste keer met Nanna sprak. Leek me gepast om deze opnieuw te dragen. Ze heeft mijn leven op zijn kop gezet, op een positieve manier. Bijzondere vrouw, die Nanna. En in jullie zie ik haar terug.’ Hij schuift de kopjes thee naar de tweeling toe. Zelf neemt hij ook een slok. Hij kijkt dan naar de klok aan de muur en checkt ook nog een keer zijn horloge. ‘Het is tijd. Ik ga de aktes aan jullie voorlezen.’ 

 Nola en Bente gaan rechtop in hun stoelen zitten. De stoel van Bente kraakt zachtjes. 

 ‘Ik moet eerst het formele gedeelte voorlezen en daarna krijgen jullie ieder een brief van Nanna. Jullie zijn de enige erfgenamen van jullie oma. In Nederland is het overigens niet mogelijk om een kind compleet te onterven. De wet heeft bepaald dat een kind altijd recht blijft houden op een klein deel. Dat deel heeft de wettelijke portie. Deze portie moet door het kind zelf worden opgeëist en dat heeft jullie moeder niet gedaan, sterker nog, ze heeft er afstand van gedaan, dat noemen we berusten. Jullie moeder heeft wel de brief die jullie oma heeft achtergelaten voor haar opgevraagd. Ik zie dat jullie ogen vol vraagtekens staan, maar helaas heb ik geen antwoorden. Niet over dat deel althans. Gaat het nog, Nola?’ 

 Nola knikt en Bente knijpt in haar hand. ‘We doen dit samen.’ 

 Ruben schraapt nogmaals zijn keel en begint de papieren voor te lezen. ‘Heden, zestien november tweeduizenddrieentwintig, verschenen voor mij, Mr. Ruben Malherbe, notaris gevestigd te Deventer, mevrouw Nola De Wit, geboren op zestien november negentienhonderd drieennegentig en mevrouw Bente de Wit, eveneens geboren op zestien november negentienhonderd drieennegentig. De testateur heeft aan mij, de notaris, haar uiterste wil zakelijk en in eigen bewoordingen opgegeven. Ze heeft aangegeven dat haar eigen bewoordingen leidend zijn en alles eerste zullen worden behandeld, waarna de algemene bepalingen en de overige beschikkingen zullen volgen. Een ieder zal een brief ontvangen als uiting van de laatste wil van Nanna Rozenveld.’ 

Ruben haalt twee brieven uit een mapje en bekijkt ze grondig. Dan geeft hij een brief aan Nola en de andere aan Bente. Ze herkennen meteen het sierlijke handschrift van oma. Ruben neemt nog een slokje van zijn thee. ‘Neem de tijd. Het staat je vrij om in stilte de brief te lezen. Eerlijkheidshalve moet ik erbij vertellen dat ik op de hoogte ben van de inhoud, Nanna heeft dit uitvoerig met mij besproken. Vooral omdat ik een aantal zaken voor haar heb moeten regelen. Dit is overigens niet iets wat een notaris normaal doet, maar ik had een zwak voor jullie oma…’ 

‘Mogen we nu lezen, Ruben?’ Nola voelt haar hart in haar keel kloppen en aan Bente’s gezicht te zien vergaat het haar niet veel beter. 

‘Jullie mogen nu lezen.’ 

‘Jij eerst.’ Bente kijkt naar Nola. 

Nola vouwt de brief open. ‘Ze zullen toch wel ongeveer hetzelfde zijn?’ 

Ruben knikt. ‘Ja, voor een deel wel, maar voor een groot deel ook niet.’ 

 ‘Liefste Nola, 

 Hopelijk is het mijn plannetje gelukt en ontvang jij vandaag je verjaardagscadeau. Heeft Ruben een gekleurd strikje om waardoor jij het ultieme Paasgevoel krijgt?’ 

‘Nanna!’ Dat schrijf je toch niet in je testament!’ Nola verschiet ervan. 

De hartelijke lach van Ruben vult de kamer. ‘Heerlijk toch!’ Toch doet hij zijn strikje af. 

 ‘Wat was ik er graag bij geweest nu. Ik wil weten wat je van de erfenis vindt. Ken je dat grote huis vlakbij het Blauwe Meertje? We gingen daar samen heel vaak wandelen. Bente en jij zwommen daar vaak. Het huis vonden jullie net een paleis. Later droomde je van het runnen van een bed en breakfast. En je wilde iets met ezeltjes. Althans, die droom kwam wel eens voorbij. Je had veel dromen, weet je nog, Nola? We lagen samen in een zelfgemaakte tent en je bleef vertellen over alles wat je later zou willen. De laatste jaren ben je dat dromen een beetje kwijtgeraakt. Ik hoop dat je weer gaat dromen… 

 Allereerst krijg jij het recept van mijn pancakes. Daarmee kun jij de gasten in jouw eigen Bed and breakfast verwennen.’ 

 ‘Wat?’ Nola springt gelijktijdig met Bente van haar stoel. ‘Een bed and breakfast? Ik? Waarom? Is deze brief echt voor mij?’ 

‘Lees nu verder!’ Bente duwt Nola terug haar stoel in. 

 ‘Het huis bij het blauwe meertje staat op mijn naam. Althans, deels. Het huis is van nog drie andere eigenaren. Noem het een woongemeenschap. Jij word mede-eigenaar…maar daar moet je wel iets voor doen. De drie andere mensen kunnen in goed overleg besluiten dat je uiteindelijk toch niet “past.” Je mag vandaag nog op gesprek.’ 

 Ruben haalt een ander vel papier tevoorschijn en schuift het naar Nola toe. Nola lijkt bevroren in haar stoel te zitten. Bente pakt het papier vast en leest het door. 

‘Wat staat er?’ Nola kijkt haar zus nu met grote ogen aan. 

‘Datgene waar je aan moet voldoen om mede-eigenaar te kunnen worden….wil je dat ik het voorlees?’ 

Nola knikt. 

 Hi, Nola. Heb jij net als wij ontdekt, dat het leven in een community inspirerend, leerzaam en gezellig is? Of wil je dat graag gaan ontdekken? Hou je van natuur? Ben jij geïnteresseerd in gezamenlijkheid, verbinding en betrokkenheid? Maar hou je ook van je eigen ruimte? Neem je graag initiatief en durf je jezelf te laten zien?” 

Bente onderdrukt een lach. Nola schopt tegen haar been. ‘Schei uit, Bente. Ik snap dit niet. Echt niet. Een community? Ik ben expres niet op kamers gegaan omdat ik niet wil samenleven met andere mensen…’  

 Onverstoorbaar gaat Bente verder. “… Dan ben je van harte uitgenodigd om met ons te komen praten of je wellicht onderdeel van onze community kunt worden. Wij zijn Jacco (36, chef-kok), Sanne (23, zzp-er, marketing) en Noud (32 documentairemaker). Wij wonen nu een jaar samen in het buitengebied Deventer. Op een intiem en natuurrijk stuk bos in een groot woonhuis met een aantal bijgebouwen. We zijn gaan samenwonen vanuit een verlangen om deze prachtige plek in de natuur te bewonen en met anderen te delen. Er samen met vrienden en vriendinnen van te kunnen genieten door af en toe iets te organiseren. Feestje, etentje, vuurtje, zweethut, diepgaande gesprekken, activiteiten voor bewuste ontwikkeling.” 

 ‘Zweethut? Ik ga niet in een zweethut. Mij krijg je niet eens een sauna in!’ Nola loopt nu door de kamer heen. Ruben kijkt haar geamuseerd aan. ‘Ik begrijp oma echt niet. Waarom dit? Is deze brief niet voor Bente bedoelt?’ 

Ruben schudt zijn hoofd. ‘Luister, lieverd. Hanna heeft er lang over nagedacht. Maar je mag altijd weigeren. Nanna kan het geld terughalen uit haar investering.’  

Nola blijft doorgaan met ijsberen en Bente leest verder. Ze steekt haar vinger omhoog, ten teken dat Nola haar aandacht erbij moet houden. 

 “Ieder van ons drietal heeft een privéruimte in het huis die dient als slaapkamer en werkkamer.” ‘Klinkt goed toch, je eigen ruimte, Nola.’ Nola trekt haar neus op. 

“Alle andere ruimtes (woonkamer, keuken, serre, logeerkamer) en het hele 2 hectare landgoed delen we samen. We hebben samen een visie gemaakt hoe we het geheel verder vorm willen geven en onderhouden. Ieder van ons heeft zijn werk gedaan op het vlak van persoonlijke ontwikkeling waardoor we niet in conflicten blijven hangen maar erover praten en bereid zijn naar ons eigen aandeel te kijken.  

 Nola doet haar handen voor haar oren. ‘Stop. Alsjeblieft, stop met lezen.’ Bente kijkt haar geamuseerd aan en Nola grist de brief uit haar handen en stopt hem in haar broekzak. ‘Dit komt later wel. Nu jij, Bente. Eens kijken of jij hierna ook nog kunt lachen.’ 

Bente haalt haar schouders op. ‘Kom maar op.’ Toch ziet Nola dat Bente er ook niet helemaal zelfverzekerd bij zit. Beiden kijken Ruben aan maar die schudt zijn hoofd. ‘Je hebt de brief van Nanna nog niet helemaal uitgelezen. 

Haar handen trillen wanneer ze de brief van Nanna weer voor zich heeft, haar ogen zoeken de regel waar ze gebleven was. ‘Je mag vandaag nog op gesprek…’ Nola zucht heel diep en leest dan verder. 

 Het is misschien niet helemaal zoals ik het me voor jou had voorgesteld, meisje. Ik was net te laat met de aankoop, waardoor ik me heb moeten inkopen. De mensen lijken me uitermate geschikt. Ieder met een eigen gebruiksaanwijzing, net als jij. Aan de andere kant, dit huis zou te groot zijn voor jou alleen. Probeer het gewoon en misschien leer je er nog iets van. Wij hebben toch ook een ritme gevonden om samen te wonen? Om je op weg te helpen heb ik je twee ezeltjes cadeau gedaan. Het zijn uitermate gevoelige beestjes en voelen iemands stemming haarfijn aan. Zorg er goed voor, ik ben van ze gaan houden.’ 

 Nola legt de brief weer neer. ‘Van een stekje naar een ezel. Hoe dan?’ Ze slikt moeizaam. ‘Dit is zo niet hoe ik het me had voorgesteld. Nooit heeft oma zich met ons leven bemoeit en nu dit. Ik word nog net niet uitgehuwelijkt en krijg er twee ezels bij!’ 

Bente trommelt met haar nagels op de tafel. ‘Maar ideaal is het wel. Je zit over twee weken zonder woning en je baan hier loopt ook af. En misschien heb jij het verdrongen, maar ik niet. Je was vroeger gek op ezeltjes. Jij was Pipi Langkous, weet je nog? Jij wilde een villa kakelbont en ik wilde een kasteel! Die ene vakantie met oma ergens in de bossen was jij niet weg te slaan bij die beesten. Je wilde er zelfs naast gaan liggen slapen…de hele weg terug naar huis hebt je gebruld omdat ze niet mee naar huis mochten.’ 

 Nola knippert met haar ogen alsof ze herinneringen die ze had weggestopt weer binnen wil halen. ‘Ik weet het weer!’ Geen idee waarom ze nu geëmotioneerd raakt. ‘Ik had namen voor ze, hele volwassen namen. Harley en Happy! Ja, mijn eerste gebroken hart…’Ze wrijft een traan weg uit haar ooghoek. 

Ruben pakt nog iets uit zijn dossiermap. ‘Deze twee? Was jij dit?’ 

Een vergeelde foto met overduidelijk twee ezels daarop en een jonge Nola. Twee staarten in haar haren, een korte broek aan met lange rubberen laarzen daaronder. In het hoekje van de foto stond Bente in een jurkje met daaronder sandalen. Ze wrijft over de foto. ‘Goh…’ 

 ‘Draai de foto eens om.’ Ruben spreekt haar zachtjes toe. 

Het onmiskenbare handschrift van oma. ‘Vandaag is ooit…. 

‘Vandaag is ooit?’ Bente en Nola spreken de zin tegelijkertijd uit. 

Ruben knikt. ‘Nanna vertelde over precies diezelfde vakantie en over hoe ontroostbaar Nola was geweest. Het was niet de eerste keer dat je hart brak, Nola. Dat was een paar jaar eerder al toen je ouders…’ Hij zoekt even naar woorden. ‘Op reis gingen.’ Het verdriet om de twee ezels was zo wezenlijk en zo diep dat oma jou beloofd heeft dat je de ezels ooit zou weerzien. En dat is dus vandaag. Ze zijn van jou. Het was deze foto uit een van de albums waardoor Nanna naar Harley en Happy op zoek is gegaan. Ik heb vorige week de koop kunnen sluiten en het heeft echt wat voeten in de aarde gehad. Maar Nanna was ervan overtuigd dat het zou gaan lukken.’ 

Het blijft stil in de kamer en het tikken van de klok valt opeens op.  

Nola pakt de brief van Nanna weer op. ‘Je bent me er eentje, Oma. Die beesten zijn nu vast stokoud.’ Dan leest ze verder. Bente heeft haar hand vastgepakt en knijpt er zachtjes in. 

 “En nu moet ik echt afscheid nemen. Al die brieven brengen me dichterbij jullie maar ook dichter naar mijn graf. Het put me uit, elke zin en elke emotie. Jij bent mijn lieve Nola en jouw hart is gemaakt van puur goud. Hou dat niet alleen voor jezelf, maar laat mensen toe. Jij maakt de wereld mooier, Nola. Dat heb je altijd al gedaan. Ik ben trots tot aan de maan en de sterren en weer terug dat ik al die tijd naast je heb mogen lopen. Jij hebt mijn leven mooier gemaakt. Ik hou van jou, Oma.” 

 Ruben deelt zakdoekjes uit aan de twee zussen en zelf dept hij ook zijn tranen weg. Abrupt staat hij dan op. ‘Ik ga even wat water halen voor ons.’ 

Nola knikt. Haar mond voelt opeens kurkdroog. Haar woorden lijken weggebrand als in een woestijn. Bente staart voor zich uit. ‘Het voelt als opnieuw een afscheid. Weer die pijn…en toch ook anders. Alsof er hoop is.’ 

Nola knikt en lacht dan tussen haar tranen door. ‘En ezels. En ezelpoep.’ 

 

Hoofdstuk 7 Bente 

 ‘Ik ben benieuwd welke wensen Oma van jou in vervulling laat gaan?’ Nola masseert haar slapen. ‘Voor mij waren die ezels alleen genoeg geweest, maar nee. Ik moet lid worden van een of andere vage commune.’ 

Bente lacht onwennig. ‘Ja, ik ben ook benieuwd. Ruben blijft lang weg…’ 

‘Die arme man zat ook te shaken op zijn stoel. Ezels kopen is ook niet iets wat een notaris normaal doet.’ 

En dan stapt Ruben weer naar binnen. De twee bovenste knoopjes van zijn overhemd zitten los.  ‘Water voor de dames. Al had ik liever iets sterkers voorgeschoteld nu.’ Hij gaat zitten en neemt zelf een enorme slok. ‘Gaan we verder nu met jou, Bente?’ 

Bente kan niet anders doen dan knikken. Uit zijn map haalt hij een brief. Bente vouwt hem open en scant de woorden. ‘Kom, lees voor.’ Nola hangt over haar schouder om mee te lezen. 

 ‘Allerliefste Bente, 

 Is Nola al bekomen van de schrik? Ja, het is nogal wat. En jij? Ben je vol van verlangen naar datgene wat ik jou achterlaat? Een tikkeltje bang, misschien? Geen ezeltjes voor jou, mijn schat.  

Misschien wil Ruben jou de andere foto uit het album geven?’ 

 Ruben zoekt weer in zijn map en geeft een foto aan Bente. Bente fronst haar wenkbrauwen. ‘Ik heb geen idee meer waar dit was. In een speeltuin ergens…hier sta ik en dat ben jij Nola. En bij mij op schoot een klein jongetje…’ Ze zoekt in haar geheugen naar herkenning, maar het blijft leeg. 

‘Ik weet het nog! Het jongetje was gevallen en jij schoot hem te hulp. De andere kinderen in de speeltuin lachten hem uit. Jij niet. Hij viel op je schoot in slaap…’ 

 ‘Kleine Timur. De ouders van Timur hebben ons daarna getrakteerd op een picknick. Wat zou er van hem geworden zijn?’ 

‘Lees eens verder, Bente.’ Ruben lijkt in zijn nopjes te zijn alsof hij samen met oma onder een hoedje speelt. 

 ‘Kon jij je Timur nog herinneren? Het gaat heel goed met hem! Hij werkt in een klein restaurantje, gewoon hier vlakbij. De tent bestaat nu ongeveer een jaar en weet je nog dat je zei: daar wil ik graag een keer lunchen, Oma? We hebben het uiteindelijk nooit gedaan. Jammer toch? Dan hadden we Timur weer gezien. Het restaurant stond te koop en ik heb gekocht! Geen paniek, inclusief chef-kok. Jij hebt het prima naar je zin als smoothie en sapjes maker, maar iemand zo puur als jij, Bente…jij hoort ergens anders. Ik hoop dat jij Timur en zijn vrienden gaat helpen om te stralen in de keuken alsmede op het toneel. Ze maken onderdeel uit van een toneelgezelschap en ook daar kunnen ze wat hulp gebruiken. Deze kerstshow kun je kijken wat ze ervan bakken, volgend jaar hoop ik dat jij zelf schittert! Kleine tip: het buitenterrein bij het Blauwe Meertje is uitermate geschikt voor een uitvoering. Ik zie de lampionnen al hangen in de bomen. Het recept van mijn pancakes is niet alleen voor Nola maar ook voor jou! Ook jij mag vandaag gaan kennismaken.’ 

 Bente staat met een ruk op en loopt naar het raam. Ze duwt eraan om het open te krijgen. ‘Sorry, ik heb even wat frisse lucht nodig.’ Nola komt naast haar staan. ‘Alsof de regie van je eigen leven gewoon overgenomen wordt of niet?’ 

Bente wappert zichzelf rust en ruimte toe. ‘Hoe komt ze erbij? Het recept voor de pancakes zou genoeg zijn geweest. En een klein zakcentje…maar dit? Ik begrijp er niks van.’ 

 ‘Nee, dat deed en doe ik ook nog steeds niet. Kom lees verder…’ Nola dirigeert Bente terug naar haar stoel. Ruben opent zijn mond maar sluit hem dan weer. Hij wil duidelijk iets zeggen maar de woorden ontbreken.  

 ‘Bente, lieve prachtige prinses Bente. Dromertje. Ik hoop dat ik iets van je dromen mag helpen waarmaken. Ik heb jullie gevraagd naar wensen en dromen en daar kwam niet zo heel veel. Soms hebben jullie koudwatervrees. En ik geef jullie nu een duwtje. Niet omdat ik een bemoeial ben of omdat ik jullie huidige leven niet goed genoeg vindt. Hemeltje lief, nee. Maar jullie hebben zoveel te bieden aan het leven. Ik liep langs het restaurant en Timur zwaaide naar me. Natuurlijk wist hij niet meer wie ik was. Ik moest ook even denken. Zijn gezicht bleef me bij en thuis begonnen de puzzelstukjes te vallen. Ik vond de foto terug, net zoals de foto van Nola en de ezels. Ik kon het niet meer loslaten…het was alsof het zo moest zijn. Ik ben terug gegaan naar het restaurant en daar trof ik de eigenaar met zijn handen in het haar. Het is een lang verhaal maar in het kort komt het erop neer dat ik ter plekke een bod heb gedaan op zijn restaurant. Zijn levenswerk. Geld interesseerde hem niet. Pas toen ik de foto van jou en Timur uit mijn tas haalde was de deal rond. Ruben kan jou er meer over vertellen…geef Timur een knuffel van me wanneer je hem weer in je hart sluit. 

 Nu ben ik moe, Bente. Echt moe. Dit alles is reservetijd voor mij, maar ik moest weten dat het goed kwam. Daarom heb ik Ruben uitgekozen, hij helpt mij met mijn bucketlist voor jullie…Ruben en Elsbeth zijn goud waard.  

 Ga je dromen achterna. Blijf zo mooi puur als je bent. Ik hou van jou met alles wat ik in me heb. Jij en Nola zijn alles voor me. Ik zou willen dat afscheid nemen echt niet bestond. Misschien proeven jouw klanten straks mijn liefde terug in jouw pancakes. Je zult het geweldig doen! Ik ga je missen. Je hebt mijn hart geraakt. Liefs, Oma.” 

 

Hoofdstuk 8 Nola

 Het aanblik van het huis en het Blauwe Meertje laten haar hart huppelen. Toch bonst haar hoofd als een bezetene. Met alle moed die ze in zich heeft gaat Nola op zoek naar de deurbel. Uiteindelijk is het de gietijzeren klepel die een prachtige gong afgeeft. Haar lichaam draait ze weg van de deur, ze kan altijd nog vluchten. Waarom stond Bente nu niet naast haar? Nola zuigt haar longen vol met lucht en hoop. De hoop dat deze kennismaking zou gaan meevallen. Voor haar maar ook voor Bente. Die zou nu waarschijnlijk voor de deur van haar eigen restaurant staan. Lang kan ze niet staan mijmeren want de deur vliegt open.

‘Hoi, ik ben Nola.’ Ze steekt haar hand uit naar de man die op zijn blote voeten en skinny jeans met slobbertrui voor haar staat. Zijn bruine krullende haren in een lange staart gebonden. Hij veegt zijn handen af aan zijn spijkerbroek en grijnst. ‘Sorry, stond net in de keuken, mijn beurt om te koken vandaag. Maar ik heb er nogal een zooitje van gemaakt. Mijn naam is Noud. Eet je meteen mee?’ Hij heeft haar uitgestoken hand vastgepakt en trekt Nola mee naar binnen. ‘Eh. Ik kwam kennismaken met jullie en de ezels…’

‘Ja, dat weten we. We zijn super benieuwd naar je. Hopelijk heeft die lange tekst aan eisen je niet af geschrokken.’ Zijn stem klinkt melodieus en warm.

‘Heel eerlijk? Ik ben gestopt met lezen. Deze dag is nogal….veel.’ Ze hoopt uit alle macht haar tranen in bedwang te houden.

‘Is prima toch, wij praten je wel bij. Je hebt alleen pech dat Jacco vandaag niet kookt, hij is de chefkok.’ Hij heeft nog steeds haar hand vast en ze loopt achter hem aan. Haar ogen dwalen af naar overal en nergens. Ze probeert haar gevoel te peilen. Hoe voelt het hier? Zweverig? En Noud? Naast het feit dat hij de meest mooie man is die ze ooit heeft ontmoet, minus dan het feit dat hij op blote voeten loopt, heeft hij haar aardig ingepalmd. Wat straalt die man een vrijheid uit. Maar samenwonen? Het idee alleen al vliegt haar opnieuw aan.

‘Dit is de grote leefkeuken met uitzicht op de tuin.’ Noud heeft haar losgelaten en met grote trots presenteert hij inderdaad een geweldig uitzicht. ‘Wacht maar tot alles in bloei staat…’

Nola loopt naar de grote ramen en kijkt naar buiten. ‘Je kunt het meertje zien!’ Noud is naast haar komen staan. ‘En kijk daar eens.’ Hij wist naar rechts en dan ziet Nola de ezels. Ze staan onder een afdakje in een weiland. Zijn dat echt die ezels waar ze toen liters tranen om vergoten had? ‘Kom!’ Noud doet de tuindeuren open en wenkt haar. Nola loopt naar buiten en met elke stap komen de herinneringen aan de vakantie met Nanna, Bente en de ezels naar boven. Het doet vreselijk veel pijn. Nog voordat de geur van de ezels haar neusvleugels bereikt weet haar brein weer hoe ze roken. Weten haar handen weer hoe zacht en borstelig de beesten waren. En boven alles weet haar hart weer hoe zeer het afscheid haar gesloopt had. Al haar geheimen, zelfs de geheimen die ze niet had willen delen met Bente had ze toevertrouwd aan de ezeltjes. Zonder dat ze er erg in heeft is Noud naast haar komen lopen, nog steeds op blote voeten. Hij heeft haar hand vastgepakt. ‘Het raakt je he?’ Ze had niet gemerkt dat ze huilde. ‘Ik loop met je mee en ga dan terug de keuken in. Ik denk dat je dit alleen moet doen. En bovendien, die ezels mogen me niet.’ Hij grijnst erbij en Nola weet niet of hij haar nu zit te dollen. Het is fijn om zijn hand in de hare te voelen. Het voelt op een gekke manier vertrouwd.

‘Zouden ze me nog kennen?’

‘Ik weet het niet. Kijk wat er gebeurt.’ Langzaam laat hij haar hand los en loopt achteruit bij haar vandaan. Hij laat haar ogen niet los en dat voelt wonderbaarlijk goed. Ze steekt haar hand naar hem op en draait zich dan naar de twee ezels toe. ‘Dag jongens….’ De ezels draaien hun oren en komen dichterbij. Daar staat ze dan oog in oog met haar twee eerste grote liefdes. ‘Happy?’ Ze steekt haar hand uit naar de ezel die het meest vooraan staat. Ze herkent hem meteen aan zijn warme zachte blik. ‘Je bent oud geworden, jongen.’ Ze steekt haar hand naar hem uit en langzaam komt hij dichterbij. ‘Kom maar…’ Nola raakt zijn fluweelzachte neus aan en ze voelt de magie van toen weer door haar lichaam gaan. Hij doet een paar passen dichterbij en legt dan zijn hoofd in haar nek zoals hij dat toen ze nog een klein meisje was ook had gedaan. Ze gaat met haar handen door zijn dikke wintervacht en kroelt hem. Harley komt nu ook dichterbij en aait ook hem nu over zijn snuit. ‘Nog even zacht als toen…’

Elke spier in haar lichaam verslapt en haar hartslag wordt rustig. ‘Zo bijzonder dit…’

Ze hoort de voetstappen achter niet en pas wanneer ze iemand hoort kuchen beseft ze dat ze niet alleen is. Een jonge vrouw steekt haar hand op. ‘Sorry, ik wilde dit moment niet verstoren, maar het was zo mooi om te zien. Ik moest het vastleggen. Ik hoop dat je dat niet erg vind.’ In haar handen een enorm fototoestel. ‘Ik ben Sanne.’

Nola knikt. ‘Hoi Sanne, ik ben Nola.’

‘Ze hebben jou echt herkent he? Ik heb alle pogingen ondernomen om een knuffel van ze te krijgen, maar het is me nog niet gelukt. Ik moet zeggen dat ik nu echt jaloers ben.’

Nola lacht. ‘Kom, dichterbij. Verwacht niks en krijg de wereld, zo werkt het met ezels. Althans, dat denk ik.’

‘Misschien heb jij een ezel aura.’ Sanne komt naast Nola staan en steekt haar hand nu ook uit. Harley zet twee stappen naar achteren. ‘Zie je, Harley en ik zijn geen match.’

‘Hoe lang staan ze al hier?’ Nola kijkt Sanne vragend aan.

‘Nog niet zo lang. Het was best ingewikkeld om ze hier te krijgen. Je oma heeft er hemel en aarde voor bewogen.’

‘Kende jij Nanna?’

Sanne knikt. ‘Ja, maar misschien moeten we je dat verhaal zo meteen tijdens het eten vertellen. Kom je?’

Met tegenzin maakt Nola zich los uit de knuffel met Happy. ‘Ik kom weer terug, jongen.’ Ze loopt achter Sanne aan de warmte van de keuken weer in. Noud staat met zijn rug naar haar toe achter het aanrecht. Sanne stoot Nola aan. ‘Een enorme ontploffing altijd wanneer Noud kookt. Verwacht er niet te veel van, veel poespas maar weinig smaak. Ik waarschuw je vast.’ Noud draait zich om en veegt het denkbeeldige zweet van zijn voorhoofd. ‘Verwacht er niet teveel van? Ik sta al uren in de keuken.’

Sanne geeft hem een zachte stomp in zijn maag. ‘Dat is het probleem nou juist Noud. Dit recept is voor beginners en je zou er maximaal een kwartier over moeten doen. Je gebruikt apparaten uit de keuken die normaal het daglicht niet zien.’

Nola is op een aan van de stoelen gaan zitten. Ondanks dat de stoelen allemaal anders zijn vormt het toch een harmonieus geheel in de landelijke keuken. De keuken bevalt haar, net zoal de sfeer in de keuken. Zouden Sanne en Noud geliefden zijn? Ze mocht Sanne meteen, ze zou een prima jongere zusje van haar en Bente zijn geweest. Dezelfde gulle lach. Waarschijnlijk meer een doener dan een dromer. En iets met yoga. Nola lacht om haar eigen beschouwingen, misschien zat ze er wel finaal naast. ‘Thee?’ Sanne zet een mok dampende thee neer. ‘Uit eigen tuin. En enorm gezond.’

Nola ruikt eraan. ‘Citroen?’

Noud komt naast haar zitten en heeft een zelfde kop thee tussen zijn handen. ‘Citroenverveine, mijn lievelingsthee.’

Sanne komt tegenover haar zitten. ‘Jacco kan er elk moment zijn. Hij knijpt er even tussenuit op werk zodat hij kennis kan maken met je.’

‘Hij is chefkok toch?’

‘Jazeker en momenteel is hij in between jobs, zoals dat heet. Hij pakt alles aan wat er aan te pakken valt. Hij staat denk ik ergens borden te wassen, nee, zo erg is het niet hoor. Maar die man zou een eigen kookprogramma moeten hebben!’ Sanne wipt op en neer op haar stoel en ze is duidelijk onder de indruk van deze Jacco.

‘Maar jullie wonen hier dus met z’n drietjes samen? Al lang? En waarom?’ Ze bijt op haar lip, hopelijk kwam die laatste vraag er niet te wanhopig uit. Hoewel ze echt onder de indruk is van Noud en Sanne snapt Nola de drang niet om als groep samen te wonen. De beelden die ze allemaal in haar hoofd heeft probeert ze naar achteren te duwen. Ruimdenkend zijn, Nola.

Noud neemt een slok van zijn thee en lijkt zijn woorden te overdenken. ‘Op je waarom vraag hebben we allemaal een ander antwoord. Die eerste vraag van je is eigenlijk een verloren vraag maar hangt volgens mij samen met je derde vraag. Je vind het gek he of niet?’

Nola buigt haar hoofd. ‘Wat is gek? Ik ken dit niet…behalve van mijn zus die min of meer in een veredeld studentenhuis woont. Maar dat is dit niet, want bij Bente drinken ze geen citroenthee.’

‘Citroenverveine…uit eigen tuin.’ Sanne wijst haar op een vriendelijke manier terecht. ‘Maar we wonen nu ongeveer 3 jaar als groep samen. Pas een jaar in dit huis, echt een ideale plek! We zijn dus met zijn drieën huiseigenaar en je oma heeft plek vier “opgekocht”.

Nola voelt haar hoofd weer pijnlijk bonzen en wrijft over haar slapen. ‘Hoofdpijn?’ Noud kijkt haar belangstellend aan. Nola knikt. ‘Spanning. Ik snap gewoon niet waarom mijn oma…’

Er zwaait een deur open en daar komt Jacco binnengelopen. Een klein mannetje met een enorm glimlach. Met een diepe buiging staat hij voor haar en Nola verwacht dat er nu een Franse zin uit zijn mond komt. Maar misschien komt dit door zijn wit met zwart gestreepte truitje. Ze mist nog een klein krul snorretje. ‘Sorry dat ik te laat ben, maar er ging iets mis in de keuken.’ Hij schuift zijn stoel aan en zit naast Sanne nu tegenover Nola en Noud. ‘Waar waren we?’

‘We gaan uitleggen hoe het komt dat Nola hier nu zit.’ Noud is opgestaan en pakt een mok voor Jacco. ‘We gaan trouwens zo eten, Jacco, durf je het aan?’

Jacco knikt. ‘Ik eet mee. Ik heb de rest van de avond vrij voor deze kennismaking.’

Nola glimlacht. ‘Gezellig.’

‘Ze heeft er hoofdpijn van…’ Sanne praat Jacco bij. ‘Snap ik, meid. Het is ook niet niks. Het missen van je oma en dan opeens hier zitten. En dan ook nog moeder worden van twee ezels. Wat kunnen die krengen balken.’ Jacco lacht erbij terwijl hij de woorden uitspreekt.

‘Jacco is gek op die beesten.’ Noud blijft in de keuken rommelen en zet dan een grote kom Poke Bowl voor haar neus. ‘Poke bowl met quinoa en broccoli en tempeh in pittige sojasaus. Je kunt me er s ’nachts voor wakker maken.’ Ook de andere krijgen een kom voorgezet. ‘Bij Sanne zit er kip doorheen, zij eet wel vlees. Jij?’

Nola lacht. ‘Ik flex een beetje. Maar het ziet er heerlijk uit!’

‘Hemel, kind. Jij bent toch jarig vandaag of niet?’ Jacco is opgesprongen van zijn stoel en komt op haar af. Een omhelzing en drie zoenen later volgt de rest ook. ‘We hebben niet eens taart!’

Prompt rollen de tranen over haar wangen. ‘Oh, sorry. Echt, ik ben normaal geen grote huiler, maar vandaag is gewoon echt een gekke dag!’

Sanne legt haar hand op die van Nola. ‘Snappen we toch.’ Ze kijkt Noud waarschuwend aan. Noud knikt. ‘Ja, snappen we.’

Het is voor een moment stil aan tafel en dan begint Noud aan zijn poke bowl, het startsein waar de hongerige maag van Nola op had zitten wachten. Het smaakt inderdaad heerlijk. ‘Echt lekker dit.’

Er worden wat kleinigheden uitgewisseld en pas bij het afruimen van de tafel hangt het grote zware verhaal weer in de lucht. Nola kijkt toe hoe de taken verdeeld zijn in dit huis en hoe iedereen is ingespeeld op elkaar. Zelf staat ze er wat onbeholpen bij, ze kent dit huis en haar plek niet. ‘Ga vast in de woonkamer zitten, Nola. Benieuwd welke plekje je kiest..’ Sanne duwt haar zachtjes de keuken uit. ‘Ga je thuis voelen.’

Ze hoort geroezemoes in de keuken, de warme klanken van de stem van Noud mengt zich met de schellere stem van Jacco. Sanne fladdert er doorheen met het enthousiasme van een jonge hond.

Nola doet niet eens moeite om iets van het gesprek op te vangen en richt zich op de woonkamer. De brede diepe hoekbank doet vermoeden dat er wel eens op geslapen wordt, de kleurrijke kussen zijn talrijk. De enorm boekenkast met ladder trekt haar onmiddellijke aandacht en het liefste zou ze alle boeken op kleur sorteren. Naast de brede vensterbank, eveneens bezaaid met kussens staat een ouderwetse schommelstoel. Het dekentje nonchalant over de leuning geworpen herkent ze meteen. Het is de lievelingsdeken van oma! Ze loopt naar de stoel en gaat zitten, de deken slaat Nola om zich heen. Dit is jouw plekje Nola. Maak er wat van. Het is alsof ze de stem van oma hoort en Nola spitst haar oren om nog meer te horen. Zou oma nog meer spullen hier in het huis achter hebben gelaten? Dit huis voelt huiselijk en warm, misschien wel door de haard in het midden van de kamer. Een georganiseerd chaos, zo zou ze het beschrijven aan Bente.

‘En? Ik dacht al dat dit jouw plekje zou worden.’ Noud is op de vensterbank gaan zitten en nestelt zich tegen de kussen. ‘Het tocht hier wel. Hier moet de kitspuit een keer aan het werk gezet worden. Het is een oud huis en het piept en het kraakt, maar charmant is het zeker. Een beetje zoals Nanna. Ze zat ook altijd daar waar jij nu zit. Niemand van ons heeft haar plekje ooit ingenomen. We hebben gewacht op jou.’

Nola steekt haar arm uit en wrijft erover. ‘Kippenvel.’

‘Ik ook.’ Noud fluistert de woorden terwijl hij nu zachtjes over haar arm wrijft.

‘Vertel me alsjeblieft over Nanna en dit huis. En jullie.’

Noud kijkt over zijn schouder naar de keuken. ‘Jongens, kom!’

Sanne en Jacco komen aangelopen. Sanne gaat ook in de vensterbank zitten en Jacco trekt er een stoel bij. ‘Het is tijd om Nola mee te nemen in ons verhaal.’ Noud kijkt Jacco aan. ‘Begin jij?’

 

 

Hfd 9 Bente 

 

Bente loopt met haar handen diep verstopt in haar zakken richting het restaurant in de stad. Ze speelt met de sleutels in haar zak. Een paar uur geleden nog zat ze in het kantoor van Ruben en door twee brieven van Nanna stond nu het leven van haarzelf en Nola op zijn kop. Het gemis van Oma was nu sterker dan ooit. Wat was de bedoeling van haar nalatenschap? Hopelijk zou ze dadelijk de antwoorden vinden waar ze sinds vandaag naar op zoek was. Ruben had hen niet veel wijzer kunnen maken en Nola was amper aanspreekbaar geweest. Het was alsof ze in shock was. Voor het eerst in dertig jaar zouden ze niet samen een verjaardagsdiner hebben samen maar ieder op een andere plek. Gelukkig zou ze vanavond haar zus weer zien! Ruben had erop gestaan de meiden na het bezoek aan het restaurant en de woning aan het Blauwe Meertje thuis te ontvangen. En heel eerlijk, daar snakte ze ook naar. Ruben en Elsbeth waren in de tijd na het overlijden van Nanna veel voor haar gaan betekenen. Nooit hadden ze hun oordeel klaar maar altijd een luisterend oor en wanneer ze erom vroeg gaven ze ook advies. Een beetje zoals Nanna ook altijd gedaan had. 

Bente slaat de hoek om en mindert vaart. Ze kijkt recht in de etalage van het restaurant. Het ziet er knus uit, bijna zoals het huis van Hans en Grietje, maar dan op een volwassen manier. Smaeck staat er met sierlijke letters op het raam. Ze was hier vaker langsgelopen en ze had er naar binnen gewild met Nanna, maar het was er niet van gekomen. Een paar minuten blijft Bente voor de ingang stil staan en duwt dan de deur open. Het is er niet druk vanavond, gemoedelijk. Gezinnetjes genieten van een pannenkoek en er lopen een paar obers rond. Achter de bar staat een man naar haar te zwaaien. Ze loopt op hem af, haar ogen kijken rond en zoeken Timur. Zou ze hem nog herkennen? 

De man komt achter de bar vandaan en steekt zijn hand uit. ‘Bente?’ 

‘Dat ben ik. En jij bent?’ 

‘De tijdelijke chef hier totdat jij begint. Mijn naam is Marc.’ 

Bente verslikt zich voor een moment maar herpakt zich meteen. ‘Natuurlijk.’ 

‘Zullen we daar aan het raam gaan zitten? Heb je trek?’ Hij neemt haar onderzoekend op en Bente bewondert zijn staalblauwe ogen. Blauw zoals het water van de zee bij een Grieks eiland, warm blauw. 

Ja, eigenlijk wel. En ik ben benieuwd wat je in huis hebt.’ 

‘Geef je me de ruimte om iets voor je te laten komen?’ Hij wrijft in zijn handen. 

‘Toe maar.’ 

Marc loopt de keuken in en komt een paar minuten later weer bij haar terug.  

‘Het is gezellig hier. Mooi plekje ook bij het raam.’ Bente speelt met het gehaakte tafelkleedje en schrikt dan. ‘Dit is van Nanna!’ 

Marc grijnst. ‘Jazeker, sinds vandaag ligt dat hier op je te wachten. Nanna zat ook altijd hier. Meestal druk in gesprek met Timur.’ 

‘Werkt hij vandaag ook?’ 

‘Jazeker, hij is nu bezig met jouw eten. Even geduld nog.’ 

‘Goh….’ 

Er komt een serveerster aan en ze zet twee glazen cola neer. Haar brillenglazen zijn dik en haar handen trillen. ‘Alsjeblieft. Cola.’ De zinnen komen er hakkelend uit, haar blik vol van verwachting. 

Bente glimlacht. ‘Dankjewel. Ik heb enorme dorst.’ 

Het meisje knikt. ‘Ik heb ook dorst.’ 

Marc lacht. ‘Dan ga je in de keuken even wat lekkers te drinken halen, Annika.’ Annika loopt weg en beiden kijken ze het meisje na. ‘Syndroom van Down, net als Timur. Ze is geweldig!’ 

‘Dus in dit restaurant werken allemaal mensen met een beperking?’ Bente kijkt naar de andere mensen in de bediening. 

‘Feitelijk wel, maar je kunt ook zeggen dat er hier mensen werken met een specialisme.’ 

‘En welk specialisme is dat dan?’ 

‘Gastvrijheid vanuit het hart.’ 

Bente knikt. ‘Dat zeg je mooi. Hoeveel begeleiders werken hier?’ 

‘We zijn met een heel team. In de keuken staat Boudewijn, hij stuurt de afwasploeg aan en eigenlijk stuurt hij iedereen aan. Hij helpt met hakken en snijden. En dan hebben we Lotte, zij is pedagogische begeleider en is bijvoorbeeld ook bezig met de musical. En we hebben een kok, maar die gaat binnenkort weg. En ik ben hier de algemeen directeur, maar dat gaat jouw plek worden. Dit team is heel hecht en we vervangen elkaar allemaal als het nodig is. Dus ik hoop dat je kunt koken.’ Hij lacht weer en Bente vraagt zich af waarom hij hier weggaat. Voor dat ze dit kan vragen staat Timur voor haar neus. Hij straalt van oor tot oor.  Zijn rossige haren en zijn manier van lachen brengen haar terug naar een ver verleden. ‘Ik breng het eten.’ In zijn handen een dienblad met daarop allerlei lekkers. Bente staat op en wil hem helpen. ‘Nee, nee. Ik ben de bediening.’ Hij hakkelt op dezelfde manier als Annika net deed. Heel voorzichtig zet hij alles op tafel. ‘Timur, dit is Bente. De kleindochter van Nanna.’ Marc neemt een bord eten van Timur aan. 

‘Nanna…Bente…’ Timur trekt een verbaasd gezicht en kijkt Bente aan. ‘Je hebt een mond zoals Nanna. Maar je haren zijn nog niet oud.’ Bente voelt een glimlach op haar lippen. ‘En jij lijkt op Timur.’ 

‘Ja, ik ben toch Timur.’ Hij wijst naar zichzelf en grijnst dan. ‘Ik moet weer aan het werk anders zw-zwaait er wat.’ Hij loopt langzaam achteruit weg en zwaait.’ 

Bente zwaait hem na en blaast een kushandje naar hem toe. Hij slaat prompt zijn handen voor zijn gezicht en Bente kan zien dat hij bloost. ‘Aaah.’ 

Marc lacht. ‘Dat is Timur, hij heeft een zwak voor vrouwelijk schoon. Hij is al jaren heimelijk verliefd op Annika en hoopt haar binnenkort mee uit te vragen.’ 

‘Wat lief. Is het wederzijds, denk je?’ 

Marc haalt zijn schouders op. ‘Annika heeft Leonardo Di Caprio bovenaan haar lijstje staan, dus de concurrentie is stevig.’ 

‘Maar vertel me eens, Marc. Wat voor lekkers ligt er hier op mijn bord?’ 

‘De specialiteit van het huis. Ovenaardappel gratins met geitenkaas, een stuk karbonade zoals alleen oma’s dit kunnen maken en natuurlijk stoomgroenten. We wisselen per maand met onze specialiteit. De pannenkoeken zijn ook heerlijk maar die proef je vast nog wel een keer. We halen ons eten vers van de boer en hebben een afspraak met de boer over de levering van het vlees. Je zult zien dat alles heel mals is. Eet smakelijk!’ 

‘Ik heb inderdaad enorm veel honger, dus ik val gewoon aan.’ Ze prikt haar vork in de gratin en eet met smaak. ‘Echt heel lekker!’ 

‘Mooi. Dan houden we deze erin!’ 

Annika komt nog een keer aan de tafel staan met de vraag of ze nog cola willen. Hoewel Bente toe is aan een rode wijn stemt ze in. ‘Doe maar cola, ja. Enne…Annika, als je Timur ziet, doe je hem dan de groetjes van me?’ 

Annika krijgt ook rode wangen en Bente voelt een golf van liefde voor deze jongedame. Hoe oud zou ze zijn?  

 ‘Je oma had gelijk. Jij gaat echt heel makkelijk met mensen om. Goed om te zien.’ 

‘Ah, is dit een proefetentje?’ Geamuseerd kijkt ze hem aan. 

‘Nee joh, maar ik moet toegeven dat ik het wel prettig vindt om te zien waar dit restaurant naar toe gaat. Al heb ik het idee dat ik je al ken doordat je oma me zoveel over je vertelt heeft. Tot nu toe klopt alles aardig.’ 

‘Maar als dit restaurant jou aan het hart gaat, waarom ga je dan weg?’ 

‘Het restaurant is van mijn vader. Mijn vader is terug naar huis om bij zijn ouders te zijn. Mijn oma heeft een hersenbloeding gehad en is er slecht aan toe. We lijken een beetje op een Italiaanse familie, we koken geen pasta, maar bakken pannenkoeken. Ik ga na de overdracht naar mijn vader toe, zodat ik op hem kan letten. Wie weet beginnen we daar opnieuw. Mijn vader doet iets goed of hij doet het niet. Hij kan niet hier zijn liefde in stoppen en voor de andere helft er voor zijn ouders zijn. En ik denk dat ik dit van hem heb geërfd. Dit is meer dan een pannenkoeken huis, dit is de plek waar jongens zoals Timur zich kunnen ontwikkelen en zich prettig voelen. Dit hier is familie. Toen mijn vader net het telefoontje over zijn moeder had gekregen, stond jouw oma hier binnen. Volgens mij hadden ze beiden een borrel nodig, maar een gesprek deed wonderen. Ze is hierna blijven komen, elke donderdagmiddag was ze hier. Bijna tot aan haar einde. En we zijn van haar gaan houden…’ Hij heeft een moment nodig om zich te herpakken. ‘Door haar ogen leerden we jou en je zus kennen en dat was echt heel bijzonder. Ik denk dat ze vooral mijn vader heeft willen helpen in de hoop ook jou indirect een plezier te doen.’ 

‘Mijn oma. Ongelofelijk is ze.’ 

‘Dat absoluut. Ze heeft haar geld in dit restaurant gestopt zodat mijn vader afscheid kon nemen van deze plek en met een gerust hart voor zijn ouders kon gaan zorgen. Ik ben nog even hier om jou te helpen met opstarten en dan ben ik ook weg….’ 

‘Ik zit hier echt met mijn mond vol tanden om eerlijk te zijn.’ 

‘Dat snap ik wel. Het is ook allemaal heel gek, maar heb er vertrouwen in. Je oma wist wat ze deed.’ 

Bente steekt haar glas cola in de lucht. ‘Op oma dan!’ Hij stoot haar glas aan. ‘Op Nanna! En op het avontuur.’ 

Bente leunt achterover en kijkt het restaurant in. Overal blije gezichten. Misschien is dit inderdaad een cadeau en moet ze het met volle teugen omarmen. De muziek stopt plots en de klapdeuren van de keuken zwaaien open. Met grote ogen kijkt ze naar de optocht die zingend naar haar tafel komt gelopen. ‘Lang zal ze leven, lang zal ze leven…’ Timur loopt voorop met zijn handen een dienblad met daarop allerlei lekkers. De sterretjes branden en flikkeren. De lichten in het restaurant worden gedimd. Marc zingt mee en Bente weet niet waar ze moet kijken wanneer alle gasten in het restaurant mee doen. Het persoon is om haar tafel komen staan en beginnen te klappen. Dan schudt iedereen haar een voor een de hand. Timur als laatste. ‘Proficiat Bente. En een knuffel van Oma Nanna.’ Hij wijst omhoog. Bente staat op en geeft Timur een knuffel. ‘Dankjewel Timur.’ Vanuit haar ooghoek ziet ze Annika bedenkelijk kijken. Ze laat Timur snel los en geeft dan Annika ook een knuffel. 

  

 

 

 

 

Reacties (2)

Reageer

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Velden met * zijn verplicht.